Néanmoins, il est possible d’administrer simultanément Propofol EG 20 mg/ml avec une perfusion de glucose 5 %, de chlorure de sodium 0,9 % ou d’associations de glucose et de chlorure de sodium de concentrations plus faibles que celles mentionnées ci-dessus (glucose 4 % avec chlorure de sodium 0,18 %), près du connecteur en Y situé près de l’endroit d’injection.
De gelijktijdige toediening van Propofol EG 20 mg/ml samen met een infusie van 5% glucose, 0,9% natriumchloride of combinaties van glucose met een natriumchlorideoplossing in lagere concentraties dan de bovenvermelde (4% glucose met 0,18% natriumchloride), dicht bij de Y-connector nabij de injectieplaats, is echter mogelijk.