Le frottis vaginal permet d’examiner les cellules du col de l’utérus (la partie inférieure rétrécie de l’utérus) pour y détecter la présence éventuelle de cellules anormales, de modifications précancéreuses des cellules ou d’un cancer [14a].
Vaginale uitstrijkjes voorkomen niet de virusinfectie, maar dragen bij tot het aantonen van vroegtijdige ziektetekens. Aan de hand van een vaginaal uitstrijkje kunnen de cellen van de baarmoederhals (het versmalde onderste gedeelte van de baarmoeder) worden onderzocht op de eventuele aanwezigheid van abnormale cellen, precancereuze veranderingen van de cellen of kanker [14a].