Le risque d'hypokaliémie est le plus grand chez les patients atteints de cirrhose hépatique, chez les patients soumis à une diurèse rapide, chez les patients avec une prise orale inadéquate d'électrolytes et chez les patients traités simultanément par corticostéroïdes ou ACTH (voir 4.5).
De kans op hypokaliëmie is het grootst bij patiënten met levercirrose, bij patiënten die een snelle diurese ondervinden, bij patiënten die een inadequate orale inname van elektrolyten hebben en bij patiënten die gelijktijdig worden behandeld met corticosteroïden of ACTH (zie 4.5).