a) un traitement à la BTxA, b) un traitement par pompe à baclofen c) une rhizotomie dorsale d) une ou plusieurs interventions chirurgicales correctrices, celui-ci doit toujours pouvoir être effectué par l’un des médecins mentionnés à l’Art. 5, § 2, dans le (site de l’hôpital du) centre de référence en IMOC même.
Art. 10. § 1. Onverminderd Art. 4 van deze overeenkomst, wanneer gebeurlijk uit een in Art. 7 vermeld en in Art. 8 inhoudelijk omschreven diagnostisch en functioneel bilan, of uit een in Art. 7 vermelde en in Art. 9 inhoudelijk omschreven evaluatie blijkt dat één van de volgende behandelingen of ingrepen voor een rechthebbende aangewezen is: a) een BTxA behandeling, b) een behandeling door middel van een baclofenpomp, c) een dorsale rhizotomie, d) een of meer correctieve chirurgische ingrepen, moet deze steeds kunnen gebeuren binnen het (ziekenhuis van het) CP-referentiecentrum zelf door één van de in Art. 5, § 2 vermelde geneesheren.