Traduction de «clairances moyennes étaient » (Français → Néerlandais) :

Les clairances moyennes étaient de 0,42 ml/min/kg (insuffisance rénale chronique), 0,33 ml/min/kg (entre les séances d’hémodialyse) et 1,57 ml/min/kg (pendant l’hémodialyse) contre 0,58 ml/min/kg chez les volontaires sains.
De gemiddelde klaringen waren 0,42 ml/min/kg (chronische nierinsufficiëntie), 0,33 ml/min/kg (tussen de hemodialysesessies in) en 1,57 ml/min/kg (tijdens de hemodialyse) in vergelijking met 0,58 ml/min/kg bij gezonde vrijwilligers.

fraction antipsychotique active chez les personnes âgées. Une augmentation des concentrations plasmatiques de la fraction antipsychotique active et une réduction de la clairance de la fraction antipsychotique active de 60 % en moyenne étaient observés chez les patients atteints d’insuffisance rénale.
In een studie met enkelvoudige dosering werd gemiddeld een 43% hogere actieve antipspsychotische fractie plasmaconcentratie gezien, een 38% langere halfwaardetijd evenals een afname van de klaring van de actieve antipsychotische fractie met 30% bij ouderen.

Chez 21 patients adultes, les valeurs moyennes de la clairance rénale étaient de 9,0 l/h/m 2 (151 %) pour la nélarabine et de 2,6 l/h/m 2 (83 %) pour l'ara-G.
De renale klaring bedroeg gemiddeld 9,0 l/m 2 /uur (151%) voor nelarabine en 2,6 l/m 2 /uur (83%) voor ara-G bij 21 volwassen patiënten.

La pharmacocinétique du paclitaxel a été déterminée après des perfusions de 3 et 24 heures à des doses de 135 et 175 mg/m². Les estimations de la demi-vie terminale moyenne allaient de 3,0 à 52,7 heures, et les valeurs moyennes, non dérivées d’une analyse compartimentale, de la clairance corporelle totale étaient comprises entre 11,6 et 24,0 l/h/m² ; la clairance corporelle totale semblait diminuer avec les plus fortes concentrations de paclitaxel.
De gemiddelde, niet compartimenteel afgeleide waarden voor totale lichaamsklaring varieerden van 11,6 tot 24,0 l/uur/m 2 ; de totale lichaamsklaring bleek af te nemen met hogere plasmaconcentraties van paclitaxel.

Par rapport aux sujets ayant une fonction rénale normale, les valeurs moyennes de l’ASC et de la C max étaient environ 30% plus élevées chez les patients atteints d’une insuffisance rénale modérée (clairance de créatinine 30-59 ml/min.), environ 50% plus élevées chez un petit nombre de patients atteints d’une insuffisance rénale sévère (clairance de créatinine 5-29 ml/min.), et environ 60% chez les patients sous dialyse.
In vergelijking met proefpersonen met een normale nierwerking, lagen de gemiddelde AUC- en C max -waarden ongeveer 30% hoger bij patiënten met een matige nierfunctiestoornis (creatinineklaring 30-59 ml/min), ongeveer 50% hoger bij een klein aantal patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring 5-29 ml/min) en ongeveer 60% hoger bij dialysepatiënten.

Insuffisance rénale Chez les patients atteints d’insuffisance rénale (clairance de la créatinine < 10 ml/min), par rapport aux sujets sains, ni la demi-vie d’élimination moyenne (37,7 vs 32,4 heures), ni la clairance (21,2 vs 25,0 l/heure) n’étaient significativement différentes.
Nierinsufficiëntie Bij patiënten met een nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 10 ml/min) was er t.o.v. gezonde personen geen significant verschil in gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd (37,7 t.o.v. 32,4 uur) of klaring (21,2 t.o.v. 25,0 l/uur).

Par rapport aux sujets ayant une fonction rénale normale, les valeurs moyennes d’ASC et de C max étaient environ 30 % plus élevées chez les patients atteints d’une insuffisance rénale modérée (clairance de créatinine : 30-59 ml/min) et environ 50 % plus élevées chez les patients atteints d’une insuffisance rénale sévère (clairance de créatinine : 5-29 ml/min).
In vergelijking met personen met een normale nierfunctie liggen de gemiddelde AUC- en C max - waarden ongeveer 30% hoger bij patiënten met een matige nierinsufficiëntie (creatinineklaring 30-59 ml/min.), ongeveer 50% hoger bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring 5-29 ml/min.).