Son activité bêtabloquante provoque une réduction du rythme cardiaque (effet chronotrope négatif) et une réduction limitée de la force de contraction (effet inotrope négatif).
De bètablokkerende werking veroorzaakt een daling van de hartslag (negatief chronotroop effect) en een beperkte daling van de contractiekracht (negatief inotroop effect).
