En clair, un État membre qui confère l’exclusivité de la gestion de la couverture organisée par un tel régime à un organisme donné ou à une catégorie particulière d’organismes (par exemple, des caisses d’assurance sociale ou des mutuelles) n’encourt pas le reproche de conférer à cet (ces) organisme(s) une position dominante contraire au droit européen de la concurrence.
In duidelijke bewoordingen: een lidstaat die het exclusieve beheer van de dekking die door een dergelijke regeling wordt georganiseerd, toevertrouwt aan een bepaald orgaan of een bijzondere categorie van organen (bijvoorbeeld, de sociale verzekeringskassen of de ziekenfondsen), stelt zich niet bloot aan het verwijt dat hij aan dat orgaan (die organen) een machtspositie verleent die in strijd is met het Europese mededingingsrecht.