Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «d'antécédents familiaux thrombo-emboliques » (Français → Néerlandais) :

* les thrombophilies acquises ou héréditaires: En cas d'antécédents familiaux thrombo-emboliques veineux (ayant touché un ou plusieurs sujets de moins de 50 ans) il peut être utile, avant de prescrire un contraceptif estroprogestatif, de contrôler chaque anomalie pouvant entraîner une thrombose veineuse.

* Bepaalde erfelijke of verworven trombofilieën: Als er een familiale anamnese van veneuze trombo-embolische ziekte voorkomt (die één of meer verwanten heeft getroffen vóór de leeftijd van 50 jaar) of als er een positieve anamnese is van verworven trombofilie, kan het waardevol zijn, alvorens een oestrogeen – progestageen anticonceptivum voor te schrijven, te controleren op elke anomalie die veneuze trombose in de hand werkt.


antécédents familiaux (thrombo-embolie veineuse survenue à un âge relativement jeune chez un frère, une sœur ou un parent) ; en cas de suspicion d’une prédisposition héréditaire, la femme doit être adressée à un spécialiste pour avis avant toute décision relative à l’utilisation d’un quelconque COC ;

bij een positieve familieanamnese (veneuze trombo-embolie ooit bij een eerstegraads familielid op relatief jonge leeftijd). Bij verdenking van een erfelijke predispositie, moet de vrouw voor advies doorverwezen worden naar een specialist, vooraleer over ieder COAC-gebruik te beslissen.


Les patientes présentant des facteurs de risque généralement reconnus d’événements thrombo-emboliques, tels que des antécédents personnels ou familiaux, une obésité sévère (indice de masse corporelle > 30 kg/m²) ou une thrombophilie peuvent courir un risque accru d’événements thrombo-emboliques veineux ou artériels, lors d’un traitement par gonadotrophines ou après celui-ci.

Patiënten met algemeen erkende risicofactoren voor trombo-embolische aandoeningen, zoals persoonlijke of familiegeschiedenis, ernstige obesitas (BMI > 30 kg/m 2 ) of trombofilie kunnen een verhoogd risico hebben op veneuze of arteriële trombo-embolische aandoeningen, tijdens of na afloop van een behandeling met choriongonadotrofine.


Chez les patients présentant des antécédents de maladies thrombo-emboliques ou chez les patients ayant une incidence accrue d’événements thromboemboliques dans leurs antécédents familiaux (patients à haut risque de thrombophilie), l’acide tranexamique solution injectable ne doit être administré qu’en présence d’une forte indication médicale, après consultation d’un spécialiste de l’hémostase et sous une stricte surveillance médicale (voir rubrique 4.3).

Bij patiënten met een voorgeschiedenis van trombo-embolische aandoeningen of bij patiënten met een verhoogde incidentie van trombo-embolische voorvallen in de familieanamnese (patiënten met een hoog risico op trombofilie) mag tranexaminezuur oplossing voor injectie alleen worden toegediend als er een sterke medische indicatie is, na raadpleging van een arts met ervaring in hemostaseologie en onder streng medisch toezicht (zie rubriek 4.3). Vanwege het verhoogde risico op trombose dient tranexaminezuur met voorzichtigheid te worden toegediend bij patiënten die orale anticonceptiva gebruiken (zie rubriek 4.5).


du traitement par Novofem, en particulier : – léiomyome (fibrome utérin) ou endométriose – facteurs de risque de maladies thrombo-emboliques (voir ci-après) – facteurs de risque de tumeurs oestrogénodépendantes, par ex. antécédents familiaux de cancer du sein au 1 er degré – hypertension – affections hépatiques (par ex. adénome hépatique) – diabète sucré avec ou sans complications vasculaires – cholélithiase – migraines ou céphalées (sévères) – lupus érythémateux disséminé – antécédents d’hyperplasie endométriale ...[+++]

– leiomyoom (baarmoederfibroom) of endometriose – risicofactoren voor trombo-embolie (zie verder) – risicofactoren voor oestrogeengevoelige tumoren, bv. borstkanker bij familielid in de eerste graad – hypertensie – leveraandoeningen (bv. leveradenoom) – diabetes mellitus met of zonder vasculaire verwikkelingen – cholelithiasis – migraine of (ernstige) hoofdpijn – systemische lupus erythematosus – voorgeschiedenis van endometriumhyperplasie (zie verder) – epilepsie – astma – otosclerose.


Les facteurs de risque généralement reconnus pour la TEV comprennent des antécédents personnels ou familiaux de troubles thrombo-emboliques, l'obésité (IMC > 30kg/m²) et un lupus érythémateux disséminé (LED).

Algemeen erkende risicofactoren voor VTE omvatten een persoonlijke of familiale voorgeschiedenis van trombo-embolische aandoeningen, obesitas (BMI > 30 kg/m²) en systemische lupus erythematosus (SLE).


Il est généralement admis que l’administration d’acide acétylsalicylique en prévention primaire peut être envisagée chez les patients de plus de 50 ans ayant un risque élevé d’affections thrombo-emboliques artérielles (tabagisme, hypertension, diabète, hypercholestérolémie, antécédents familiaux d’infarctus du myocarde, certains patients souffrant de fibrillation auriculaire).

Er wordt algemeen aangenomen dat toediening van acetylsalicylzuur in de primaire preventie kan overwogen worden bij patiënten ouder dan 50 jaar met hoog risico van arteriële trombo-embolische aandoeningen (roken, hypertensie, diabetes, hypercholesterolemie, familiale antecedenten van myocardinfarct, bepaalde patiënten met voorkamerfibrillatie).


Les facteurs de risque reconnus d’accidents thrombo-emboliques veineux sont notamment : utilisation d’estrogènes, âge avancé, intervention chirurgicale majeure, antécédents personnels ou familiaux, obésité (IMC > 30 kg/m 2 ), grossesse/post-partum, lupus érythémateux disséminé (LED) et cancer.

Algemeen erkende risicofactoren voor het optreden van VTE zijn het gebruik van estrogenen, een hogere leeftijd, een grote chirurgische ingreep, langdurige immobilisatie, een positieve familie-anamnese, obesitas (BMI > 30 kg/m 2 ), zwangerschap/periode postpartum, systemische lupus erythematosus (SLE) en kanker.


Autres interventions médicales ou chirurgicales chez les patients présentant un facteur de risque thrombo-embolique supplémentaire (par ex. antécédents thrombo-emboliques, âge avancé, immobilisation prolongée).

Andere medische of chirurgische ingrepen bij patiënten met bijkomende risicofactoren voor trombo-embolie (b.v. trombo-embolische antecedenten, gevorderde leeftijd, langdurige immobilisatie).


Chez les patients avec un risque thrombo-embolique élevé (âge > 75 ans, hypertension artérielle avec tension systolique > 160 mmHg, insuffisance cardiaque, valvulopathie, dysfonctionnement ventriculaire gauche, antécédents thrombo-emboliques), l’administration d’anticoagulants oraux (avec un INR entre 2,0 et 3,0) se justifie étant donné leur plus grande efficacité par rapport à l’acide acétylsalicylique.

Bij patiënten met een hoog risico van trombo-embolie (leeftijd > 75 jaar, arteriële hypertensie met systolische bloeddruk > 160 mm Hg, hartfalen, kleplijden, linkerventrikeldisfunctie, trombo-embolische antecedenten) is toediening van orale anticoagulantia (met INR tussen 2,0 en 3,0) gerechtvaardigd gezien ze daarbij doeltreffender zijn dan acetylsalicylzuur.


w