Vertaling van "dans la bile " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

biliaire | qui se rapporte à la bile
biliair | met betrekking tot gal

cholestase | arrêt de l'écoulement de la bile
cholestase | onderbreking van de galafvoer

cholérétique (a et sm) | qui stimule la sécrétion de la bile
cholereticum | stof die de galvorming bevordert

Syndrome de la bile épaisse
ingedikte-galsyndroom

Nécrose graisseuse [stéato-nécrose] | Saponification | mésentérique | Péritonite (due à):bile | proliférative chronique | urine
chronische proliferatieve-peritonitis | mesenteriale | verzeping | mesenteriale | vetnecrose | peritonitis door | gal | peritonitis door | urine

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

La cholestase gravidique est souvent traitée par l’acide ursodésoxycholique (AUDC), un acide biliaire qui modifie la composition de la bile.
Zwangerschapscholestase wordt vaak behandeld met ursodesoxycholzuur (UDCA), een galzuur dat de samenstelling van het galvocht verandert.

L'acide ursodésoxycholique, un acide biliaire, modifie la composition de la bile, entre autres en diminuant la concentration biliaire en cholestérol.
Ursodesoxycholzuur, een galzuur, verandert de samenstelling van het galvocht, onder meer door vermindering van de concentratie aan cholesterol in de gal.

Un tableau a été ajouté reprenant les substrats, inhibiteurs et inducteurs de la glycoprotéine P (P-gp) : tableau Id. La glycoprotéine P exerce une fonction de pompe au niveau de certaines membranes cellulaires et règle ainsi le flux entrant et sortant de substrats, par ex. au niveau du tractus gastro-intestinal, des reins, de la bile et du cerveau.
Er is nu ook een tabel toegevoegd met de substraten, inhibitoren en inductoren van P-glycoproteïne (P-gp): tabel Id. P-glycoproteïne heeft een pompfunctie ter hoogte van bepaalde celmembranen, en regelt zo in- en uitstroom van substraten, bv. ter hoogte van de gastrointestinale tractus, de nieren, de gal, de hersenen.

Plaies causées lors d’interventions accompagnées d’ouverture d’organes creux (respiratoires, digestifs, génito-urinaires) mais où la dissémination du contenu est bien contrôlée (les urines ou la bile ne sont pas infectées).
Peroperatieve wonden met opening van holle weefsels (ademhalings-, spijsverterings-, urogenitaalstelsel) maar waarbij de verspreiding van de inhoud goed gecontroleerd wordt (urine of gal is niet besmet).

L’action cholérétique (qui augmente la sécrétion de la bile) de l’Artichaut est attribuée à une substance amère et aromatique : la cynarine.
De choleretische werking (die de galsecretie verhoogt) van Artisjok wordt toegeschreven aan een bitter en aromatisch bestanddeel : cynarine.

En effet, la bile permet d’activer les mouvements intestinaux (péristaltisme), contribuant à favoriser l’évacuation des matières fécales.
De gal activeert immers de darmbewegingen (darmperistaltiek) waardoor de stoelgang gemakkelijker wordt geëlimineerd.

mauvais mélange avec la bile et le suc pancréatique, à une diminution de la sécrétion pancréatique ou à une multiplication bactérienne excessive.
voedselpassage door de darm, een slechte vermenging met gal- en pancreassap, een verminderde pancreassecretie of bacteriële overgroei.

La bile produite par le foie n’arrive plus à s’écouler dans l’intestin à cause du volume occupé par la tumeur dans le pancréas.
De door de lever aangemaakte gal kan niet in de darm lopen omdat de tumor zoveel plaats inneemt in de pancreas.

Plusieurs facteurs influencent l’efficacité des probiotiques: le micro-organisme doit être résistant à un pH acide, à la bile et aux enzymes pancréatiques afin de demeurer intact lors de son passage dans le tractus gastro-intestinal.
Meerdere factoren beïnvloeden de doeltreffendheid van probiotica: het micro-organisme moet bestendig zijn tegen een zure pH, gal en pancreasenzymen om intact te blijven tijdens het gastrointestinaal transit.

La prévalence plus élevée chez les femmes est surtout marquée avant la ménopause et causée par l’action des hormones (surtout les œstrogènes) sur la sécrétion de bile par le foie et sur le fonctionnement de la vésicule biliaire.
De hogere prevalentie bij vrouwen is vooral opvallend vóór de menopauze en is te wijten aan de invloed van hormonen (vooral oestrogenen) op de afscheiding van gal door de lever en op de werking van de galblaas.