Par son arrêt rendu sur question préjudicielle, le 24 mai 2012, la Cour Constitutionnelle a dit pour droit que “l’article 174, alinéa 3, de la loi relative à l’as
surance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, tel qu’il a été inséré par l’article 47 de la loi du 19 décembre 2008 portant des dispositions diverses en matière de santé, viole les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu’il permet aux organismes assureurs de récupérer durant un an les prestations d’
invalidité indûment payées à leurs affiliés pa ...[+++]r suite d’une erreur imputable aux organismes et pour autant que l’assuré social ne savait pas ou ne devait pas savoir qu’il n’avait pas ou plus droit à la prestation versée”.Met zijn op prejudiciële vraag gewezen arrest van 24 mei 2012 heeft het Grondwettelijk Hof het volgende voor recht gezegd: “artikel 174, derde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, zoals het werd ingevoegd bij artikel 47 van de wet van 19 december 2008 houdende diverse bepalingen inzake gezondheidszorg, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de verzekeringsinstellingen toestaat gedurende een jaar de invaliditeitsuitkeringen terug te vorder
en die, door een aan hen toe te schrijven vergissing, ten onrechte aan hun aangeslotene
...[+++]n zijn uitbetaald, op voorwaarde dat de sociaal verzekerde niet wist of niet moest weten dat hij geen of niet langer recht had op de uitgekeerde prestatie”.