Traduction de «des agents inhibant » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

vagolytique | qui inhibe le nerf vague
vagolitisch | alsof de werking van de zwervende zenuw onderbroken is

agent | agent
agens | werkzame stof

exposition à un agent biologique par ingestion
blootstelling aan biologisch agens door inname

exposition accidentelle à un agent nettoyant
onopzettelijke blootstelling aan schoonmaakmiddel

exposition à un agent biologique via la membrane muqueuse
blootstelling aan biologisch agens via muceusmembraan

exposition à des agents agricoles toxiques
blootstelling aan toxische agrarische agentia

exposition à un agent biologique
blootstelling aan biologisch agens

exposition à l'agent orange
blootstelling aan Agent Orange

application d'un agent hémostatique
aanbrengen van hemostatisch agens

exposition à un agent inhibiteur de l'enzyme de conversion de l'angiotensine
blootstelling aan remmingsmiddel angiotensine-omzettend enzym

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Chez certains patients avec fonction rénale compromise (p. ex., patients déshydratés ou patients âgés avec troubles de la fonction rénale), l’administration concomitante d’un inhibiteur de l’ECA ou d’un antagoniste de l’angiotensine II ainsi que d’agents inhibant la cyclo-oxygénase, peut aggraver la détérioration de la fonction rénale, y compris entraîner une insuffisance rénale aiguë, généralement réversible. C’est pourquoi cette combinaison
Bij sommige patiënten met een aangetaste nierfunctie (bijv. gedehydrateerde patiënten of bejaarde patiënten met verstoorde nierfunctie), kan gelijktijdige toediening van een ACE-remmer of een antagonist van angiotensine II en cyclo-oxygenaseremmers de nieraantasting verergeren,

L’administration concomitante de médicaments symptomatiques de l’allergie (par exemple antihistaminiques, corticostéroïdes et/ou agents inhibant la dégranulation des mastocytes) peut augmenter la tolérance clinique de l'immunothérapie.
Gelijktijdige behandeling met symptomatische anti-allergische medicatie (bijv. antihistaminica, corticosteroïden en/of mestcel stabilisatoren) kan bij de patiënt de tolerantiegrens op de immunotherapie verhogen.

3.2.6.2. Milieu de culture On peut opter pour un milieu identique à celui examiné sous 3.2.5.2 Milieu de culture complété par des agents inhibant les résidus de désinfectants utilisés dans la salle blanche concernée.
3.2.6.2 Kweekbodem Er kan worden gekozen voor dezelfde bodem als besproken onder 3.2.5.2 Kweekbodem aangevuld met inhiberende agentia tegen de residuen van de ontsmettingsmiddelen gebruikt in de betrokken cleanroom.

Chez certains patients ayant une altération de la fonction rénale (p. ex. patients déshydratés ou patients âgés ayant une altération de la fonction rénale), l’administration concomitante d’un IECA ou d’un antagoniste de l’angiotensine II avec des agents inhibant la cyclo-oxygénase peut donner lieu à une détérioration supplémentaire de la fonction rénale, incluant une éventuelle insuffisance rénale aiguë qui est habituellement réversible.
Bij sommige patiënten met een verstoorde nierfunctie (bijv. gedehydrateerde patiënten of oudere patiënten met een verstoorde nierfunctie) kan de gelijktijdige toediening van een ACE-remmer of een angiotensine-IIreceptorantagonist en middelen die cyclo-oxygenase remmen, leiden tot een verdere verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk acuut nierfalen, dat gewoonlijk reversibel is.

Les agents inhibant certaines enzymes hépatiques (particulièrement le cytochrome P450) peuvent renforcer l’activité des benzodiazépines, ce qui s’applique également, bien que dans une moindre mesure, aux benzodiazépines qui sont uniquement métabolisées par la conjugaison.
Stoffen die een remmende werking hebben op bepaalde leverenzymen (met name cytochroom P450) kunnen de werking van benzodiazepinen versterken. In mindere mate is dit ook van toepassing voor benzodiazepinen die enkel gemetaboliseerd worden door conjugatie.

En raison de sa double spécificité, ReoPro empêche la brusque formation de thrombine qui suit l'activation plaquettaire de façon plus efficace que les agents inhibant uniquement le récepteur GPIIb/IIIa.
Vanwege deze tweeledige specificiteit blokkeert ReoPro de uitbarsting van trombine vorming die volgt op thrombocytenactivatie effectiever dan stoffen die alleen de GPIIb/IIIa blokkeren.

IECA et antagonistes de l’Angiotensine II: Chez les patients présentant une altération de la fonction rénale (p. ex. patients déshydratés ou patients âgés), l’administration concomitante d’un IECA ou d’un antagoniste de l’angiotensine II avec des agents inhibant la cyclo-oxygénase peut donner lieu à une détérioration supplémentaire de la fonction rénale, incluant une éventuelle insuffisance rénale aiguë.
ACE-inhibitoren en Angiotensine-II-receptorantagonisten: Bij patiënten met een verstoorde nierfunctie (bijv. gedehydrateerde patiënten of bejaarden) kan de gelijktijdige toediening van een ACE-inhibitor of een Angiotensine-IIreceptorantagonist en cyclo-oxygenase remmers leiden tot een verdere deterioratie van de nierfunctie, met inbegrip van eventuele acute nierinsufficiëntie.

1 N02AX AUTRES OPIACES 9,7% 82 0,2% 48 5,1% 5 2 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 9,1% 77 0,3% 145 15,3% 1 3 N03AG DERIVES DES ACIDES GRAS 8,0% 68 0,4% 43 4,5% 6 4 M01AC OXICAMES 6,4% 54 0,2% 72 7,6% 3 5 N02AB DERIVES DE LA PHENYLPIPERIDINE 4,9% 41 0,3% 12 1,3% 18 6 H02AB GLUCOCORTICOIDES 4,0% 34 0,2% 76 8,0% 2 7 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DU RECAPTAGE DE LA SEROTONINE 3,9% 33 0,0% 28 3,0% 8 8 N03AX AUTRES ANTIEPILEPTIQUES 3,8% 32 0,2% 9 0,9% 25 9 L01AX AUTRES AGENTS ALKYLANTS 3,2% 27 2,4% 0 0,0% 161 10 N05AX AUTRES ANTIPSYCHOTIQUES (NEUROLEPTIQUES) 3,0% 25 0,1% 7 0,8% 28 11 M01AX AUTRES ANTI-INFLAMMATOIRES/ANTIRHUMASTISMAUX NON STEROIDIENS 2,6% 22 0,3% 31 3,3% 7 12 M01AE DERIVES DE L'ACIDE PROPIONIQUE 2,5% 21 0,1% 50 5,2% 4 13 B01AB HEPARINE 2,5% 21 0,0% 8 0,9% 27 14 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG-CoA REDUCTASE 2,3% 20 0,0% 27 2,8% 9 15 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 2,2% 18 0,0% 12 1,2% 21 16 M01AH COXIBS 1,6% 13 0,1% 9 1,0% 23 17 A02BA ANTIHISTAMINIQUES H2 1,5% 13 0,1% 16 1,7% 15 18 N03AF DERIVES CARBOXAMIDES 1,5% 13 0,2% 18 1,9% 13 19 N06AX AUTRES ANTIDEPRESSEURS 1,5% 13 0,0% 10 1,1% 22 20 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 1,2% 10 0,0% 14 1,5% 17 21 N04BC AGONISTES DE LA DOPAMINE 1,1% 9 0,1% 2 0,2% 56 22 C09AA INHIB. DE L'ENZYME DE CONV. DE L'ANGIOTENSINE (ECA), SIMPLES 1,0% 8 0,0% 17 1,8% 14 23 C07AB BETA-BLOQUANTS SELECTIFS 1,0% 8 0,0% 21 2,2% 11 24 N05AH DIAZEPINES, OXAZEPINES ET THIAZEPINES 0,7% 6 0,0% 1 0,1% 74 25 J01MA FLUOROQUINOLONES 0,7% 6 0,0% 1 0,2% 72 26 N05AL BENZAMIDES 0,7% 6 0,1% 2 0,2% 65 27 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 0,6% 5 0,0% 9 0,9% 26 28 N06AA INHIBITEURS NON SELECTIFS DU RECAPTAGE DE MONOAMINE 0,6% 5 0,1% 16 1,7% 16 29 N02AE DERIVES DE L'ORIPAVINE 0,6% 5 0,1% 2 0,2% 68 30 J01CR ASSOCIATIONS DE PENICILLINES, INHIB.
1 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 9,7% 82 0,2% 48 5,1% 5 2 M01AB AZIJNZUURDERIVATEN EN VERWANTE STOFFEN 9,1% 77 0,3% 145 15,3% 1 3 N03AG VETZUURDERIVATEN 8,0% 68 0,4% 43 4,5% 6 4 M01AC OXICAMDERIVATEN 6,4% 54 0,2% 72 7,6% 3 5 N02AB FENYLPIPERIDINEDERIVATEN 4,9% 41 0,3% 12 1,3% 18 6 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 4,0% 34 0,2% 76 8,0% 2 7 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE REUPTAKE INHIBITOREN 3,9% 33 0,0% 28 3,0% 8 8 N03AX OVERIGE ANTI-EPILEPTICA 3,8% 32 0,2% 9 0,9% 25 9 L01AX OVERIGE ALKYLERENDE MIDDELEN 3,2% 27 2,4% 0 0,0% 161 10 N05AX OVERIGE ANTIPSYCHOTICA (NEUROLEPTICA) 3,0% 25 0,1% 7 0,8% 28 11 M01AX OVERIGE NIET-STEROIDE ANTIINFLAMMATOIRE/ANTIRHEUMATISCHE MIDDELEN 2,6% 22 0,3% 31 3,3% 7 12 M01AE PROPIONZUURDERIVATEN 2,5% 21 0,1% 50 5,2% 4 13 B01AB HEPARINEGROEP 2,5% 21 0,0% 8 0,9% 27 14 C10AA HMG-CoA REDUCTASEREMMERS 2,3% 20 0,0% 27 2,8% 9 15 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 2,2% 18 0,0% 12 1,2% 21 16 M01AH COXIBS 1,6% 13 0,1% 9 1,0% 23 17 A02BA H2-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN 1,5% 13 0,1% 16 1,7% 15 18 N03AF CARBOXAMIDEDERIVATEN 1,5% 13 0,2% 18 1,9% 13 19 N06AX OVERIGE ANTIDEPRESSIVA 1,5% 13 0,0% 10 1,1% 22 20 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 1,2% 10 0,0% 14 1,5% 17 21 N04BC DOPAMINE-AGONISTEN 1,1% 9 0,1% 2 0,2% 56 22 C09AA INHIB. van het ANGIOTENSINE-CONVERSIE-ENZYM (ACE), ENKELVOUDIG 1,0% 8 0,0% 17 1,8% 14 23 C07AB BETA-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN, SELECTIEVE 1,0% 8 0,0% 21 2,2% 11 24 N05AH DIAZEPINEN, OXAZEPINEN EN THIAZEPINEN 0,7% 6 0,0% 1 0,1% 74 25 J01MA FLUOROCHINOLONEN 0,7% 6 0,0% 1 0,2% 72 26 N05AL BENZAMIDEN 0,7% 6 0,1% 2 0,2% 65 27 C09CA ANTAGONISTEN VAN HET ANGIOTENSINE II, ENKELVOUDIG 0,6% 5 0,0% 9 0,9% 26 28 N06AA NIET SELECTIEVE MONOAMINE REUPTAKE INHIBITOREN 0,6% 5 0,1% 16 1,7% 16 29 N02AE ORIPAVINEDERIVATEN 0,6% 5 0,1% 2 0,2% 68 30 J01CR COMBINATIEPREP.

INEGY (ézétimibe/simvastatine) est un agent hypolipidémiant qui inhibe de façon sélective l’absorption intestinale du cholestérol et des phytostérols apparentés et inhibe la synthèse endogène du cholestérol.
INEGY (ezetimibe/simvastatine) is een lipideverlagend product dat de intestinale absorptie van cholesterol en aanverwante plantsterolen selectief remt en de endogene synthese van cholesterol remt.

POUR AFFECTIONS RESP 1,4% 100 0,1% 75 0,8% 28 17 C07AB BETA-BLOQUANTS SELECTIFS 1,2% 85 0,1% 224 2,3% 12 18 N02AA ALCALOIDES NATURELS DE L'OPIUM 1,2% 85 1,3% 25 0,2% 52 19 N02AE DERIVES DE L'ORIPAVINE 1,2% 85 1,1% 13 0,1% 74 20 M01AH COXIBS 1,2% 82 2,1% 75 0,8% 29 21 N07XX AUTRES MEDICAMENTS DU SYSTEME NERVEUX CENTRAL 1,2% 81 4,7% 7 0,1% 98 22 C09AA IECA, SIMPLES 1,2% 80 0,1% 383 3,9% 8 23 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 1,0% 69 0,1% 223 2,3% 13 24 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 1,0% 67 0,1% 350 3,6% 9 25 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 0,9% 65 0,1% 128 1,3% 19 26 N06AA INHIBITEURS NON SELECTIFS DE LA RECAPTURE DE MONOAMINES 0,9% 65 0,9% 168 1,7% 17 27 M01AX AUTRES ANTI-INFLAMMATOIRES/ANTIRHUMASTISMAUX NON STERO 0,9% 65 3,4% 157 1,6% 18 28 L03AB INTERFERONS 0,9% 65 0,1% 4 0,0% 116 29 C09DA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II ET DIURETIQUES 0,8% 56 0,1% 65 0,7% 33 30 M03BX AUTRES AGENTS A ACTION CENTRALE 0,8% 52 2,4% 76 0,8% 27 31 N05AH DIAZEPINES, OXAZEPINES, THIAZEPINES ET OXEPINES 0,7% 45 0,1% 12 0,1% 80 32 N04BC AGONISTES DE LA DOPAMINE 0,6% 40 0,3% 7 0,1% 99 33 H05AA HORMONES PARATHYROIDIENNES ET ANALOGUES 0,5% 35 3,5% 2 0,0% 136 34 G04BD SPASMOLYTIQUES URINAIRES 0,5% 34 0,6% 43 0,4% 43 35 L04AD INHIBITEURS DE LA CALCINEURINE 0,5% 33 0,1% 3 0,0% 130 36 J01CR ASSOCIATIONS DE PENICILLINES, INHIB. DE LA BETALACTAMASE INCLU 0,4% 30 0,1% 28 0,3% 50 37 R06AE DERIVES DE LA PIPERAZINE 0,4% 30 0,1% 83 0,8% 25 38 L03AX AUTRES IMMUNOSTIMULANTS 0,4% 29 0,3% 1 0,0% 160 39 C01DX AUTRES VASODILATATEURS POUR MALADIES CARDIAQUES 0,4% 28 0,1% 69 0,7% 31 40 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 0,4% 26 0,1% 8 0,1% 93 41 R03BB ANTICHOLINERGIQUES 0,4% 26 0,1% 19 0,2% 58 42 A02BA ANTIHISTAMINIQUES H2 0,4% 26 0,2% 93 0,9% 22 43 J02AC DERIVES TRIAZOLES 0,4% 25 0,1% 6 0,1% 109 44 H01CB SOMATOSTATINE ET ANALOGUES 0,3% 24 0,1% 1 0,0% 169 45 A07EC MESALAZINE ET SIMILAIRES 0,3% 23 0,2% 42 0,4% 45 46 J01MA FLUOROQUINOLONES 0,3% 21 0,1% 8 0,1% ...
VOOR OBSTRUCT. LUCH 1,4% 100 0,1% 75 0,8% 28 17 C07AB BETA-BLOKKERS, SELECTIEVE 1,2% 85 0,1% 224 2,3% 12 18 N02AA NATUURLIJKE OPIUMALKALOIDEN 1,2% 85 1,3% 25 0,2% 52 19 N02AE ORIPAVINEDERIVATEN 1,2% 85 1,1% 13 0,1% 74 20 M01AH COXIBS 1,2% 82 2,1% 75 0,8% 29 21 N07XX OVERIGE MIDDELEN VOOR HET CENTRAAL ZENUWSTELSEL 1,2% 81 4,7% 7 0,1% 98 22 C09AA ACE-REMMERS, ENKELVOUDIG 1,2% 80 0,1% 383 3,9% 8 23 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 1,0% 69 0,1% 223 2,3% 13 24 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 1,0% 67 0,1% 350 3,6% 9 25 C09CA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN, ENKELVOUDIG 0,9% 65 0,1% 128 1,3% 19 26 N06AA NIET-SELECTIEVE MONOAMINE-HEROPNAMEREMMERS 0,9% 65 0,9% 168 1,7% 17 27 M01AX OVERIGE NIET-STEROIDE ANTIINFLAMMATOIRE/ANTIRHEUMATISCHE 0,9% 65 3,4% 157 1,6% 18 28 L03AB INTERFERONEN 0,9% 65 0,1% 4 0,0% 116 29 C09DA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN MET DIURETICA 0,8% 56 0,1% 65 0,7% 33 30 M03BX OVERIGE CENTRAAL WERKENDE MIDDELEN 0,8% 52 2,4% 76 0,8% 27 31 N05AH DIAZEPINEN, OXAZEPINEN, THIAZEPINEN EN OXEPINEN 0,7% 45 0,1% 12 0,1% 80 32 N04BC DOPAMINE-AGONISTEN 0,6% 40 0,3% 7 0,1% 99 33 H05AA BIJSCHILDKLIERHORMONEN EN ANALOGEN 0,5% 35 3,5% 2 0,0% 136 34 G04BD UROLOGISCHE SPASMOLYTICA 0,5% 34 0,6% 43 0,4% 43 35 L04AD CALCINEURINEREMMERS 0,5% 33 0,1% 3 0,0% 130 36 J01CR COMBINATIEPREPARATEN VAN PENICILLINES, INCL. BETALACTAMASE- 0,4% 30 0,1% 28 0,3% 50 37 R06AE PIPERAZINEDERIVATEN 0,4% 30 0,1% 83 0,8% 25 38 L03AX OVERIGE IMMUNOSTIMULANTIA 0,4% 29 0,3% 1 0,0% 160 39 C01DX OVERIGE VASODILATANTIA BIJ HARTZIEKTEN 0,4% 28 0,1% 69 0,7% 31 40 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 0,4% 26 0,1% 8 0,1% 93 41 R03BB PARASYMPATHICOLYTICA 0,4% 26 0,1% 19 0,2% 58 42 A02BA H2-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN 0,4% 26 0,2% 93 0,9% 22 43 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 0,4% 25 0,1% 6 0,1% 109 44 H01CB SOMATOSTATINE EN ANALOGEN 0,3% 24 0,1% 1 0,0% 169 45 A07EC MESALAZINE EN VERWANTE VERBINDINGEN 0,3% 23 0,2% 42 0,4% 45 46 J01MA FLUOROCHINOLONEN 0,3% 21 0,1% 8 0,1% 96 47 G03XC SELECTIEVE MODULATOREN ...