La prudence est de rigueur en cas d’administration concomitante de lormétazépam avec d’autres substances réprimant le SNC telles que les barbituriques, les antipsychotiques (neuroleptiques), les anxiolytiques, les sédatifs, les antidépresseurs, les analgésiques narcotiques, les antiépileptiques, les anesthésiques, les antihistaminiques anti-H1 sédatifs et l’alcool, car une potentialisation peut survenir.
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Voorzichtigheid is geboden indien lormetazepam tegelijk wordt toegediend met andere stoffen die ook een remmende invloed op het CZS uitoefenen, zoals barbituraten, antipsychotica (neuroleptica), anxiolytica, sedativa, antidepressiva, narcotische analgetica, anti-epileptica, anesthetica, sedatieve H1-antihistaminica en met alcohol, omdat er dan potentiëring kan optreden.