Si l’intéressé a besoin de l’aide d’une tierce personne suite à cette nouvelle affection, et s’il répond aux critères pour la reconnaissance de la nécessité de l’aide d’une tierce personne (art. 225 (*), § 1 er , 6° de l’A.R. du 3.7.1996 portant exécution de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14.7.1994), il pourra prétendre à l’allocation pour l’aide d’une tierce personne.
Indien de betrokkene ingevolge deze nieuwe aandoening afhankelijk is van de hulp van derden en hij beantwoordt aan de criteria voor de erkenning van de behoefte aan andermans hulp (art. 225 (∗) , § 1, 6°, van het K.B. van 3.7.1996 tot uitvoerig van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14.7.1994) zal hij aanspraak kunnen maken op de tegemoetkoming voor hulp van derden.