Traduction de «des vertèbres lombaires étaient significativement » (Français → Néerlandais) :

Après deux ans, les augmentations de la DMO au niveau des vertèbres lombaires étaient significativement plus élevées avec l’association (8,3 %) qu'avec soit l'oestrogène soit FOSAMAX administrés seuls (6% dans chaque groupe).
Na twee jaar was de toename van de minerale botdensiteit ter hoogte van de lendenwervels significant groter bij een gelijktijdige toediening (8,3%) dan wanneer ofwel oestrogenen, ofwel FOSAMAX alleen werden toegediend (6% in elke groep).

L'ajout de 10 mg de FOSAMAX par jour à un THS a montré, après un an, des augmentations de la DMO significativement plus importantes au niveau des vertèbres lombaires (3,7%) que celles observées sous THS administré seul (1,1 %).
Toevoeging van 10 mg FOSAMAX per dag aan HST toonde na 1 jaar een significant grotere toename aan van de MBD ter hoogte van de lendenwervels (3,7%) dan deze bekomen met HST alleen (1,1%).

Après deux ans et par rapport au groupe placebo, les augmentations moyennes de la DMO des hommes prenant FOSAMAX 10 mg/jour étaient de 5,3 % pour les vertèbres lombaires, 2,6 % pour le col du fémur, de 3,1 % pour le trochanter et de 1,6 % pour l'ensemble du squelette (tous les p ≤ 0,001).
Osteoporose bij de man kan gedefiniëerd worden als: 1) een MBD T-score ≤ -2 voor de femurhals en ≤ -1 voor de wervelkolom, ofwel 2) antecedent van een osteoporotische fractuur en een MBD T-score ≤ -1 voor de femurhals. Na twee jaar en in vergelijking met de placebo-groep, bedroeg de gemiddelde toename van de MBD bij mannen die dagelijks 10 mg FOSAMAX hadden ingenomen 5,3% voor de lendenwervels, 2,6% voor de femurhals, 3,1% voor de trochanter en 1,6% voor het volledige skelet (alle p-waarden ≤ 0,001).

L'étude admettait des femmes âgées de 55 à 80 ans qui étaient ménopausées depuis au moins 5 ans, présentaient une DMO de la colonne lombaire située entre 2 et 5 écarts-types au-dessous de la moyenne préménopausique (Tscore) au niveau d'au moins une vertèbre [de L1 à L4] et comptaient une à quatre fractures vertébrales.
De studie werd uitgevoerd bij vrouwen van 55 tot 80 jaar die minstens 5 jaar postmenopauzaal waren, die een BMD van de lumbale wervels hadden die -2 tot -5 SD lager was dan het premenopauzale gemiddelde (T-score) in minstens één wervel [L1-L4], en die één tot vier gangbare wervelfracturen hadden.