Il reste cependant vrai qu’un traitement hormonal de substitution, soit par un estrogène seul chez les femmes hystérectomisées, soit par une association estroprogestative chez les femmes non hystérectomisées, ne doit de préférence pas être poursuivi plus longtemps que ce qui est nécessaire pour le traitement des plaintes liées à la ménopause.
Toch blijft het waar dat een behandeling met HST, zij het op basis van oestrogeen alleen bij vrouwen die hysterectomie hebben ondergaan, zij het op basis van een oestrogeen-progestageenassociatie bij vrouwen met baarmoeder ter plaatse, best niet langer wordt verder gezet dan noodzakelijk is voor behandeling van menopauzale klachten.