Les doses qui suivent la dose initiale seront ajustées en présence d’un nombre de neutrophiles inférieur à 500 cellules/mm 3 perdurant pendant plus de 5 jours ou associé à une fièvre ou une infection, si le nombre de plaquettes baisse en dessous de 25 000 cellules/mm 3 , si tout autre signe de toxicité de grade 3 ou 4 apparaît ou si la clairance rénale est inférieure à 50 ml/min.
De doses na de startdosis moeten worden aangepast als het aantal neutrofielen gedurende meer dan 5 dagen lager is dan 500/mm³ of als dat gepaard gaat met koorts of een infectie, als het aantal bloedplaatjes lager is dan 25.000/mm³, als er een andere graad 3- of graad 4-toxiciteit optreedt of als de renale klaring lager is dan 50 ml/min. Voorzichtigheid dient te worden betracht om extravasatie te voorkomen.