Vertaling van "d’hormones thyroïdiennes dans " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

maladies endémiques dues à une insuffisance en iode de l'environnement soit directe, soit résultant d'une insuffisance thyroïdienne maternelle. Certaines de ces maladies ne correspondent pas à une hypothyroïdie en cours mais sont la conséquence d'une sécrétion anormale de l'hormone thyroïdienne au cours du développement du fœtus. Le goitre endémique peut y être associé.
endemische aandoeningen samenhangend met jodiumtekort in de omgeving, hetzij rechtstreeks, hetzij als gevolg van jodiumtekort bij de moeder. Sommige van deze aandoeningen gaan niet gepaard met een gelijktijdige hypothyroïdie maar zijn het gevolg van onvoldoende secretie van schildklierhormoon bij de zich ontwikkelende foetus. Struma veroorzakende stoffen in de omgeving kunnen hierbij een rol spelen.

résistance généralisée aux hormones thyroïdiennes
gegeneraliseerde resistentie tegen schildklierhormoon

Hormones thyroïdiennes et leurs dérivés
schildklierhormonen en substituten

petite taille-retard d'âge osseux par déficit du métabolisme de l'hormone thyroïdienne
klein gestalte, uitgestelde botleeftijd door schildklierhormoonmetabolismedeficiëntie

résistance hypophysaire aux hormones thyroïdiennes
ongevoeligheid van hypofyse tegen schildklierhormoon

résistance périphérique aux hormones thyroïdiennes
perifere resistentie voor schildklierhormonen

Cachexie hypophysaire Hypogonadisme hypogonadotrophique Insuffisance (de):hormone de croissance idiopathique | isolée en:gonadotrophine | hormone de croissance | hormone hypophysaire | staturale pituitaire SAI | Maladie de Simmonds Nécrose pituitaire (post-partum) Panhypopituitarisme Syndrome de:eunuchoïdisme fertile | Kallmann | Lorain-Lévi | Sheehan
dwerggroei van Lorain-Levi | fertiel eunuchoïdisme | geïsoleerde deficiëntie van | ACTH | geïsoleerde deficiëntie van | gonadotropine | geïsoleerde deficiëntie van | groeihormoon | geïsoleerde deficiëntie van | hypofysair hormoon | hypofysaire | cachexie | hypofysaire | insufficiëntie NNO | hypofysaire | kleine gestalte | hypogonadotroop hypogonadisme | idiopathische groeihormoondeficiëntie | necrose van hypofyse (post partum) | panhypopituïtarisme | syndroom van Kallmann | syndroom van Sheehan | ziekte van Simmonds

maladie oculaire thyroïdienne
Graves-oftalmopathie

tests de la fonction thyroïdienne anormaux
schildklierfunctietesten, abnormaal

membrane crico-thyroïdienne
cricothyroïd membraan

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Plutôt que d’administrer du thiamazol progressivement jusqu’à atteindre la valeur cible d’hormones thyroïdiennes dans le corps, le traitement consiste ici à prescrire le thiamazol en forte dose (suppression complète des hormones thyroïdiennes) et d’administrer en parallèle des hormones thyroïdiennes de remplacement.
Eerder dan de dosis van thiamazol op te drijven tot wanneer een streefwaarde van schildklierhormonen in het lichaam bereikt is, bestaat de behandeling hier erin om thiamazol in een hoge dosis voor te schrijven (totale onderdrukking van de schildklierhormonen) en tegelijkertijd schildklierhormonen als suppletie toe te dienen.

Avant même la mise en route de la synthèse des hormones thyroïdiennes chez le fœtus (au cours de la dixième semaine de gestation dans l’espèce humaine), le développement neurologique est totalement dépendant de la fonction thyroïdienne de la mère (passage transplacentaire des hormones d’origine maternelle et présence de récepteurs aux hormones thyroïdiennes dans le système nerveux central du fœtus de moins de 10 semaines).
In de periode voor de synthese van schildklierhormoon bij de fœtus zelf een aanvang neemt (in de loop van de tiende zwangerschapsweek bij de mens), hangt de neurologische ontwikkeling volledig af van de schildklierfunctie van de moeder (transplacentaire overdracht van de moederlijke hormonen en aanwezigheid van receptoren voor de schildklierhormonen in het centrale zenuwstelsel van de fœtus van minder dan 10 weken).

1 A10AB INSULINES ET ANALOGUES A ACTION RAPIDE 7,9% 223 2,3% 217 5,1% 2 2 L02BA ANTI-ESTROGENES 6,1% 172 2,3% 194 4,5% 4 3 H03AA HORMONES THYROIDIENNES 5,7% 159 2,8% 1.484 34,5% 1 4 L02BG INHIBITEURS D'ENZYMES 5,5% 155 3,4% 35 0,8% 20 5 H01CB ANTAGONISTE DE L'HORMONE DE CROISSANCE 5,4% 152 1,9% 9 0,2% 55 6 A10AC INSULINES ET ANALOGUES A ACTION INTERMEDIAIRE 5,3% 148 1,6% 150 3,5% 5 7 A10AD INSULINES ET ANAL. A ACTION INTERMEDIAIRE AVEC DEBUT D'ACTION RAPIDE 4,9% 136 0,8% 139 3,2% 7 8 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG-CoA REDUCTASE 4,3% 120 0,1% 145 3,4% 6 9 L03AB INTERFERONS 3,3% 93 0,3% 5 0,1% 73 10 H01AC SOMATROPINE ET ANALOGUES 3,1% 88 0,9% 4 0,1% 86 11 C09AA INHIBITEURS DE L'ENZYME DE CONVERSION DE L'ANGIOTENSINE (ECA), SIMPLES 2,5% 70 0,1% 127 3,0% 8 12 J05AF INHIBITEURS NUCLEOSIDIQUES DE LA TRANSCRIPTASE REVERSE 2,4% 69 0,6% 6 0,1% 66 13 V04CJ TESTS POUR LA FONCTION THYROIDIENNE 2,1% 59 64,1% 9 0,2% 53 14 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DU RECAPTAGE DE LA SEROTONINE 1,7% 49 0,0% 42 1,0% 17 15 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 1,7% 47 0,0% 24 0,6% 25 16 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 1,6% 44 0,1% 56 1,3% 16 17 C07AB BETA-BLOQUANTS SELECTIFS 1,4% 39 0,1% 90 2,1% 12 18 G02CB INHIBITEURS DE LA PROLACTINE 1,3% 38 3,2% 7 0,2% 65 19 M05BA BIPHOSPHONATES 1,3% 37 0,1% 20 0,5% 27 20 L02AE ANALOGUES DE LA GONADORELINE 1,3% 37 0,1% 7 0,2% 63 21 B02BD FACTEURS DE COAGULATION 1,1% 30 0,2% 0 0,0% 223 22 J02AC DERIVES TRIAZOLES 1,0% 29 0,1% 4 0,1% 80 23 A10BB DERIVES DE LA SULFONYLUREE 1,0% 29 0,1% 70 1,6% 13 24 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 0,9% 26 0,1% 3 0,1% 100 25 L03AA FACTEURS DE CROISSANCE DES COLONIES 0,9% 26 0,8% 0 0,0% 175 26 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 0,9% 26 0,0% 31 0,7% 22 27 N02AB DERIVES DE LA PHENYLPIPERIDINE 0,9% 25 0,2% 16 0,4% 34
1 A10AB SNELWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN 8,0% 224 2,3% 218 5,0% 2 2 L02BA ANTI-OESTROGENEN 6,2% 174 2,3% 195 4,5% 4 3 A10AD MIDDELLANGWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN MET SNEL BEGINEFFECT 6,2% 173 0,9% 177 4,1% 5 4 H03AA SCHILDKLIERHORMONEN 5,7% 160 2,8% 1.495 34,6% 1 5 L02BG ENZYMREMMERS 5,6% 156 3,4% 35 0,8% 20 6 H01CB ANTIGROEIHORMOON 5,4% 153 1,9% 8 0,2% 57 7 C10AA HMG-CoA REDUCTASEREMMERS 4,3% 121 0,1% 146 3,4% 6 8 A10AC MIDDELLANGWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN 4,0% 113 1,4% 114 2,6% 9 9 L03AB INTERFERONEN 3,3% 93 0,3% 5 0,1% 72 10 H01AC SOMATROPINE EN ANALOGEN 3,1% 89 0,9% 4 0,1% 84 11 C09AA INHIBITOREN VAN HET ANGIOTENSINE-CONVERSIE-ENZYM (ACE), ENKELVOUDIG 2,5% 70 0,1% 128 3,0% 7 12 J05AF INHIBITOREN VAN HET REVERSE TRANSCRIPTASE (NUCLEOSIDEN) 2,5% 69 0,6% 6 0,1% 65 13 V04CJ DIAGNOSTICA VOOR SCHILDKLIERFUNCTIE 2,1% 59 64,1% 9 0,2% 53 14 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE REUPTAKE INHIBITOREN 1,7% 49 0,0% 42 1,0% 17 15 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 1,7% 47 0,0% 25 0,6% 25 16 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 1,6% 45 0,1% 57 1,3% 16 17 C07AB BETA-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN, SELECTIEVE 1,4% 40 0,1% 91 2,1% 12 18 G02CB PROLACTINEREMMERS 1,4% 38 3,2% 7 0,2% 64 19 M05BA BISFOSFONATEN 1,3% 38 0,1% 20 0,5% 27 20 L02AE GONADORELINE-ANALOGEN 1,3% 37 0,1% 7 0,2% 62 21 B02BD BLOEDSTOLLINGSFACTOREN 1,1% 31 0,2% 0 0,0% 221 22 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 1,1% 30 0,1% 4 0,1% 79 23 A10BB SULFONYLUREUMDERIVATEN 1,0% 29 0,1% 71 1,6% 13 24 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 0,9% 26 0,1% 3 0,1% 99 25 L03AA COLONY STIMULATING FACTORS (BLOEDGROEIFACTOREN) 0,9% 26 0,8% 0 0,0% 174 26 C09CA ANTAGONISTEN VAN HET ANGIOTENSINE II, ENKELVOUDIG 0,9% 26 0,0% 27 0,6% 23 27 N02AB FENYLPIPERIDINEDERIVATEN 0,9% 25 0,2% 16 0,4% 34 28 C10AB FIBRATEN 0,9% 25 0,1% 62 1,4% 15 29 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 0,9% 25 0,1% 63 1,4% 14

1 L02BA ANTI-ESTROGENES 9,7% 9.253 2,5% 233 5,9% 2 2 A10AB INSULINES ET ANALOGUES A ACTION RAPIDE 7,9% 7.537 2,3% 177 4,5% 4 3 A10AD INSULINES ET ANAL. A ACTION INTERMEDIAIRE AVEC DEBUT D'ACTION RAPIDE 6,8% 6.499 0,9% 157 4,0% 5 4 H03AA HORMONES THYROIDIENNES 6,4% 6.055 3,0% 1.332 33,7% 1 5 A10AC INSULINES ET ANALOGUES A ACTION INTERMEDIAIRE 5,2% 4.910 1,5% 119 3,0% 8 6 H01CB ANTAGONISTE DE L'HORMONE DE CROISSANCE 3,6% 3.408 1,7% 3 0,1% 89 7 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG-CoA REDUCTASE 3,5% 3.314 0,1% 80 2,0% 11 8 C09AA INHIBITEURS DE L'ENZYME DE CONVERSION DE L'ANGIOTENSINE (ECA), SIMPLES 3,2% 3.063 0,1% 125 3,2% 6 9 L03AB INTERFERONS 2,9% 2.772 0,4% 4 0,1% 78 10 L02BG INHIBITEURS D'ENZYMES 2,7% 2.533 4,6% 15 0,4% 31 11 V04CJ TESTS POUR LA FONCTION THYROIDIENNE 2,6% 2.471 63,5% 9 0,2% 46 12 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 1,8% 1.731 0,0% 21 0,5% 25 13 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DU RECAPTAGE DE LA SEROTONINE 1,8% 1.677 0,0% 35 0,9% 19 14 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 1,8% 1.675 0,1% 52 1,3% 16 15 C07AB BETA-BLOQUANTS SELECTIFS 1,7% 1.599 0,1% 81 2,0% 10 16 H01AC SOMATROPINE ET ANALOGUES 1,7% 1.574 0,5% 2 0,0% 113 17 M05BA BIPHOSPHONATES 1,5% 1.469 0,2% 15 0,4% 32 18 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 1,5% 1.421 0,2% 3 0,1% 90 19 A10BB DERIVES DE LA SULFONYLUREE 1,4% 1.353 0,1% 73 1,8% 13 20 C10AB FIBRATEN 1,3% 1.282 0,1% 69 1,7% 14 21 L02AE ANALOGUES DE LA GONADORELINE 1,3% 1.274 0,1% 5 0,1% 64 22 H02AB GLUCOCORTICOIDES 1,2% 1.142 0,1% 68 1,7% 15 23 L02AB PROGESTATIFS 1,0% 990 1,4% 5 0,1% 73 24 J02AC DERIVES TRIAZOLES 1,0% 953 0,1% 3 0,1% 101 25 G03AA PROGESTATIFS ET ESTROGENES, ASSOCIATIONS FIXES 0,9% 893 0,1% 119 3,0% 7 26 A10BA BIGUANIDES 0,9% 865 0,3% 78 2,0% 12 27 N02AB DERIVES DE LA PHENYLPIPERIDINE 0,8% 748 0,3% 12 0,3% 38 28 G03CA ESTROGENES NATURELS ET SEMISYNTHETIQUES, MONOCOMPOSES 0,6% 576 0,2% 114 2,9% 9 29 N02AX AUTRES OPIACES 0,6% 575 0,0% 7 0,2% 52 30 J01MA FLUOROQUINOLONES 0,6% 565 0,0% 4 0,1% 85
1 L02BA ANTI-OESTROGENEN 9,7% 9.253 2,5% 233 5,9% 2 2 A10AB SNELWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN 7,9% 7.537 2,3% 177 4,5% 4 3 A10AD MIDDELLANGWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN MET SNEL BEGINEFFECT 6,8% 6.499 0,9% 157 4,0% 5 4 H03AA SCHILDKLIERHORMONEN 6,4% 6.055 3,0% 1.332 33,7% 1 5 A10AC MIDDELLANGWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN 5,2% 4.910 1,5% 119 3,0% 8 6 H01CB ANTIGROEIHORMOON 3,6% 3.408 1,7% 3 0,1% 89 7 C10AA HMG-CoA REDUCTASEREMMERS 3,5% 3.314 0,1% 80 2,0% 11 8 C09AA INHIBITOREN VAN HET ANGIOTENSINE-CONVERSIE-ENZYM (ACE), ENKELVOUDIG 3,2% 3.063 0,1% 125 3,2% 6 9 L03AB INTERFERONEN 2,9% 2.772 0,4% 4 0,1% 78 10 L02BG ENZYMREMMERS 2,7% 2.533 4,6% 15 0,4% 31 11 V04CJ DIAGNOSTICA VOOR SCHILDKLIERFUNCTIE 2,6% 2.471 63,5% 9 0,2% 46 12 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 1,8% 1.731 0,0% 21 0,5% 25 13 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE REUPTAKE INHIBITOREN 1,8% 1.677 0,0% 35 0,9% 19 14 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 1,8% 1.675 0,1% 52 1,3% 16 15 C07AB BETA-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN, SELECTIEVE 1,7% 1.599 0,1% 81 2,0% 10 16 H01AC SOMATROPINE EN ANALOGEN 1,7% 1.574 0,5% 2 0,0% 113 17 M05BA BISFOSFONATEN 1,5% 1.469 0,2% 15 0,4% 32 18 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 1,5% 1.421 0,2% 3 0,1% 90 19 A10BB SULFONYLUREUMDERIVATEN 1,4% 1.353 0,1% 73 1,8% 13 20 C10AB FIBRATEN 1,3% 1.282 0,1% 69 1,7% 14 21 L02AE GONADORELINE-ANALOGEN 1,3% 1.274 0,1% 5 0,1% 64 22 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 1,2% 1.142 0,1% 68 1,7% 15 23 L02AB PROGESTAGENEN 1,0% 990 1,4% 5 0,1% 73 24 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 1,0% 953 0,1% 3 0,1% 101 25 G03AA PROGESTAGENEN MET OESTROGENEN IN VASTE VERHOUDING 0,9% 893 0,1% 119 3,0% 7 26 A10BA BIGUANIDEN 0,9% 865 0,3% 78 2,0% 12 27 N02AB FENYLPIPERIDINEDERIVATEN 0,8% 748 0,3% 12 0,3% 38 28 G03CA NATUURLIJKE EN SEMISYNTHETISCHE OESTROGENEN, ENKELVOUDIG 0,6% 576 0,2% 114 2,9% 9 29 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 0,6% 575 0,0% 7 0,2% 52 30 J01MA FLUOROCHINOLONEN 0,6% 565 0,0% 4 0,1% 85 31 J01CR COMBINATIEPREPARATEN VAN PENICILLINES, INCL. BETALACTAMASE-REMMERS 0,6% 558 0,0% 6 0,1% 63

1 A10AB INSULINES ET ANALOGUES A ACTION RAPIDE 7,5% 194 2,4% 190 4,7% 4 2 L02BA ANTI-ESTROGENES 7,3% 189 2,5% 197 4,9% 3 3 A10AD INSULINES ET ANAL. A ACTION INTERMEDIAIRE AVEC DEBUT D'ACTION RAPIDE 6,2% 161 0,9% 160 4,0% 5 4 H03AA HORMONES THYROIDIENNES 5,7% 147 2,9% 1.357 33,8% 1 5 H01CB ANTAGONISTE DE L'HORMONE DE CROISSANCE 4,8% 123 1,8% 6 0,1% 66 6 A10AC INSULINES ET ANALOGUES A ACTION INTERMEDIAIRE 4,5% 115 1,5% 116 2,9% 9 7 L02BG INHIBITEURS D'ENZYMES 4,4% 114 3,5% 26 0,7% 22 8 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG-CoA REDUCTASE 4,0% 104 0,1% 124 3,1% 6 9 L03AB INTERFERONS 3,3% 84 0,3% 5 0,1% 71 10 H01AC SOMATROPINE ET ANALOGUES 2,9% 76 0,8% 3 0,1% 91 11 C09AA INHIBITEURS DE L'ENZYME DE CONVERSION DE L'ANGIOTENSINE (ECA), SIMPLES 2,6% 67 0,1% 116 2,9% 7 12 V04CJ TESTS POUR LA FONCTION THYROIDIENNE 2,5% 65 65,9% 10 0,2% 44 13 J05AF INHIBITEURS NUCLEOSIDIQUES DE LA TRANSCRIPTASE REVERSE 2,5% 64 0,6% 7 0,2% 58 14 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DU RECAPTAGE DE LA SEROTONINE 1,8% 47 0,0% 39 1,0% 17 15 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 1,6% 42 0,0% 21 0,5% 24 16 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 1,6% 41 0,1% 53 1,3% 16 17 G02CB INHIBITEURS DE LA PROLACTINE 1,5% 39 3,5% 7 0,2% 59 18 C07AB BETA-BLOQUANTS SELECTIFS 1,4% 37 0,1% 81 2,0% 11 19 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 1,3% 35 0,1% 4 0,1% 84 20 M05BA BIPHOSPHONATES 1,3% 34 0,2% 18 0,4% 27 21 A10BB DERIVES DE LA SULFONYLUREE 1,2% 30 0,1% 71 1,8% 13 22 L02AE ANALOGUES DE LA GONADORELINE 1,0% 26 0,1% 5 0,1% 72 23 J02AC DERIVES TRIAZOLES 1,0% 26 0,1% 3 0,1% 90 24 C10AB FIBRATEN 1,0% 26 0,1% 59 1,5% 15 25 H02AB GLUCOCORTICOIDES 1,0% 26 0,1% 65 1,6% 14 26 N02AB DERIVES DE LA PHENYLPIPERIDINE 0,8% 22 0,3% 14 0,3% 38 27 G03AA PROGESTATIFS ET ESTROGENES, ASSOCIATIONS FIXES 0,8% 22 0,1% 116 2,9% 8 28 L02AB PROGESTATIFS 0,8% 21 1,5% 5 0,1% 73 29 A10BA BIGUANIDES 0,8% 21 0,2% 80 2,0% 12 30 J01MA FLUOROQUINOLONES 0,7% 18 0,1% 5 0,1% 74
1 A10AB SNELWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN 7,5% 194 2,4% 190 4,7% 4 2 L02BA ANTI-OESTROGENEN 7,3% 189 2,5% 197 4,9% 3 3 A10AD MIDDELLANGWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN MET SNEL BEGINEFFECT 6,2% 161 0,9% 160 4,0% 5 4 H03AA SCHILDKLIERHORMONEN 5,7% 147 2,9% 1.357 33,8% 1 5 H01CB ANTIGROEIHORMOON 4,8% 123 1,8% 6 0,1% 66 6 A10AC MIDDELLANGWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN 4,5% 115 1,5% 116 2,9% 9 7 L02BG ENZYMREMMERS 4,4% 114 3,5% 26 0,7% 22 8 C10AA HMG-CoA REDUCTASEREMMERS 4,0% 104 0,1% 124 3,1% 6 9 L03AB INTERFERONEN 3,3% 84 0,3% 5 0,1% 71 10 H01AC SOMATROPINE EN ANALOGEN 2,9% 76 0,8% 3 0,1% 91 11 C09AA INHIBITOREN VAN HET ANGIOTENSINE-CONVERSIE-ENZYM (ACE), ENKELVOUDIG 2,6% 67 0,1% 116 2,9% 7 12 V04CJ DIAGNOSTICA VOOR SCHILDKLIERFUNCTIE 2,5% 65 65,9% 10 0,2% 44 13 J05AF INHIBITOREN VAN HET REVERSE TRANSCRIPTASE (NUCLEOSIDEN) 2,5% 64 0,6% 7 0,2% 58 14 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE REUPTAKE INHIBITOREN 1,8% 47 0,0% 39 1,0% 17 15 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 1,6% 42 0,0% 21 0,5% 24 16 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 1,6% 41 0,1% 53 1,3% 16 17 G02CB PROLACTINEREMMERS 1,5% 39 3,5% 7 0,2% 59 18 C07AB BETA-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN, SELECTIEVE 1,4% 37 0,1% 81 2,0% 11 19 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 1,3% 35 0,1% 4 0,1% 84 20 M05BA BISFOSFONATEN 1,3% 34 0,2% 18 0,4% 27 21 A10BB SULFONYLUREUMDERIVATEN 1,2% 30 0,1% 71 1,8% 13 22 L02AE GONADORELINE-ANALOGEN 1,0% 26 0,1% 5 0,1% 72 23 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 1,0% 26 0,1% 3 0,1% 90 24 C10AB FIBRATEN 1,0% 26 0,1% 59 1,5% 15 25 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 1,0% 26 0,1% 65 1,6% 14 26 N02AB FENYLPIPERIDINEDERIVATEN 0,8% 22 0,3% 14 0,3% 38 27 G03AA PROGESTAGENEN MET OESTROGENEN IN VASTE VERHOUDING 0,8% 22 0,1% 116 2,9% 8 28 L02AB PROGESTAGENEN 0,8% 21 1,5% 5 0,1% 73 29 A10BA BIGUANIDEN 0,8% 21 0,2% 80 2,0% 12 30 J01MA FLUOROCHINOLONEN 0,7% 18 0,1% 5 0,1% 74

10. Préparations hormonales non sexuelles, à l’exclusion des hormones sexuelles (atc H) Ce groupe comprend différents moyens hormonaux utilisés dans le cas de diverses affections, comme les hormones de croissance, les corticostéroïdes pour une utilisation systémique, les hormones thyroïdiennes et la desmopressine qui est utilisée dans le traitement de l’énurésie.
10. Niet-geslachtsgebonden hormoonpreparaten, exclusief geslachtshormonen (atc H) Deze groep omvat verschillende hormoonachtige middelen die aangewend worden voor diverse aandoeningen, zoals de groeihormonen, de corticosteroïden voor systemisch gebruik, de schildklierhormonen en desmopressine gebruikt bij onder andere de behandeling van bedwateren.

De faibles concentrations provoquent une induction enzymatique, plus particulièrement, d’enzymes hépatiques (cytochrome P450) et causent également une interférence avec la quantité d’hormones thyroïdiennes, des modifications dans le taux de vitamines A et K dans le sang et une immunodéficience.
Bij zeer lage concentraties is er enzyminductie, in het bijzonder inductie van leverenzymen (cytochroom P450), interferentie met de hoeveelheid schildklierhormoon, wijzigingen in de concentraties aan vitamine A en K in het bloed en onderdrukking van de immuniteit.

Chez les mammifères, on en dénombre actuellement une trentaine parmi lesquelles les plus importantes sont: les glutathion peroxydases (GPxs, antioxydantes par détoxification des peroxydes), les 5’- désiodinases (5’DIs, transformant l’hormone thyroïdienne thyroxine « T4 » en sa forme active « T3 »), la sélénoprotéine P (SeP, une glycoprotéine servant au transport de l’élément et ayant des propriétés antioxydantes) et les thiorédoxine réductases (TrxRs, antioxydantes également et intervenant dans plusieurs fonctions cellulaires).
Bij zoogdieren telt men er momenteel een dertigtal waaronder de belangrijkste de volgende zijn: de glutathion peroxidasen (GPxs, antioxiderend effect door detoxificatie van de peroxiden), de 5’-deiodinasen (5’DIs, omzetting van het schildklierhormoon thyroxine “T4” in zijn actieve “T3” vorm), de selenoproteïne P (SeP, een glycoproteïne die voor het transport van het element zorgt en antioxiderende eigenschappen bezit) en de thioredoxin reductasen (TrxRs, ook met antioxiderende werking en die een rol spelen in verschillende celfuncties).

Ces iodotyrosines sont les précurseurs des hormones thyroïdiennes thyroxine (T4, tétraiodothyronine) et triiodothyronine (T3).
Deze iodotyrosinen zijn de voorlopers van de schildklierhormonen thyroxine (T4, tetraiodothyronine) en triiodothyronine (T3).

Le seul rôle connu de l’iode dans l’organisme est de constituer un élément essentiel dans la structure des hormones thyroïdiennes, la tétraiodothyronine (T4) et la triiodothyronine (T3).
Jodium heeft als enige gekende functie een essentieel element te vormen in de samenstelling van de schildklierhormonen, tetrajodothyronine (T4) en trijodothyronine (T3).