Les patients souffrant d’hypertension non maîtrisée, d’insuffisance cardiaque congestive, de cardiopathie ischémique avérée, d’artériopathie périphérique et/ou de maladie cérébrovasculaire ne doivent être traités qu’avant l’instauration d’un traitement prolongé chez les patients présentant des facteurs de risque pour les maladies cardiovasculaires (par exemple hypertension, hyperlipidémie, diabète sucré et tabagisme).
Patiënten met hypertensie, die niet onder controle is, congestief hartfalen, vastgestelde ischemische hartziekte, perifere ziekte van de arteriën, en/of cerebrovasculaire ziekte dienen alleen behandeld te worden voordat een langdurige behandeling gestart wordt bij patiënten met risicofactoren voor cardiovasculaire ziekte (bijvoorbeeld hypertensie, hyperlipidemie, diabetes mellitus en roken).