Un travail non rémunéré, effectué par une ancienne exploitante d'un magasin de jouets et de souvenirs chez elle et chez ses parents, et consistant principalement en tâches ménagères légères (soins informels), ne peut pas être considéré comme une activité économique rentable et n'est donc pas incompatible avec une reconnaissance ultérieure d'incapacité de travail.
Het uitoefenen door een gewezen uitbaatster van een winkel van speelgoed en souvenirs, van een onbezoldigde arbeid, thuis en bij haar ouders, die hoofdzakelijk bestaat uit het uitvoeren van lichte huishoudelijke taken (mantelzorg), kan niet aanzien worden als een economisch rendabele activiteit en is dus niet onverenigbaar met een verdere erkenning van de arbeidsongeschiktheid.