Plusieurs définitions de l’ostéopathie sont citées et les concepts clés suivants ressortent de la description de l’identité (tant du côté du GRNPO que du ROB) : unité du corps et de l’esprit, autorégulation du corps humain, rapport de réciprocité entre structure et fonction étayé par 5 modèles de relations structure-fonction (biomécanique, neurologique, respiratoire/circulatoire, bio-psychosocial et bioénergétique).
Verschillende definities van de osteopathie worden aangehaald en in de beschrijving van de identiteit springen (zowel bij GRNPO als bij ROB) volgende kernbegrippen er uit: eenheid van lichaam en geest, zelfregulering van het menselijk lichaam, wederzijds verband tussen structuur en functie onderbouwd door 5 modellen van structuur-functie relaties (biomechanisch, neurologisch, respiratorisch/circulatorisch, bio-psychosociaal en bio-energetisch model).