Traduction de «eosinophilie thrombopénie leucopénie » (Français → Néerlandais) :

D’autres organes ou systèmes peuvent être affectés tels que le système sanguin et lymphatique (ex : éosinophilie, thrombopénie, leucopénie, adénopathies, splénomégalie), le foie (ex : anomalies de la fonction hépatique, hépatite), les muscles et les articulations (ex : gonflement des articulations, myalgies, arthralgies), le système nerveux (ex : encéphalopathie hépatique), les reins (ex : protéinurie, néphrite interstitielle, insuffisance rénale), les poumons (ex : dyspnée, œdème pulmonaire, asthme, bronchospasme, pneumopathie interstitielle), angioedème. réactions anaphylactiques, éruption médicamenteuse avec éosinophilie et symptômes systémiques (DRESS)**.
Andere organen of systemen kunnen aangetast zijn, zoals het bloed en het lymfestelsel (bv. eosinofilie, trombocytopenie, leukopenie, lymfadenopathie, splenomegalie), lever (bijvoorbeeld abnormale leverfunctietesten, hepatitis), spieren en gewrichten (bv. gewrichtszwelling, myalgie, artralgie), zenuwstelsel (bv. leverencefalopathie), nieren (bv. proteïnurie, interstitiële nefritis, nierfalen), longen (bv. dyspnoe, longoedeem, astma, bronchospasmen, interstitiële longaandoening), angio-oedeem. anafylactische reacties, medicamenteuze huiduitslag met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS)**.

Infections et infestations Rare : Mycose de l'appareil génital. Affections hématologiques et du système lymphatique Fréquent (2%) : Eosinophilie , thrombopénie leucopénie, anémie hémolytique (voir rubrique 4.4), granulopénie.
Bloed- en lymfestelselaandoeningen Eosinofilie; trombocytopenie; leukopenie; Vaak (2%): hemolytische anemie (zie rubriek 4.4); granulocytopenie.

Eosinophilie, thrombopénie, leucopénie, neutropénie, agranulocytose : cas rarement observés en cas d’utilisation prolongée, qui se résolvent à l’arrêt du traitement.
Eosinofilie, trombocytopenie , leukopenie, neutropenie, agranulocytose; zeldzame gevallen tijdens langdurig gebruik, die verdwijnen na stopzetting van de behandeling.

Thrombopénie, Anémie Agranulocytose, éosinophilie, pancytopénie leucopénie
Vaak Soms Zelden Zeer zelden Niet bekend Trombocytopenie, Anemie Agranulocytosis, eosinofilie, pancytopenie leukopenie

Fréquent Peu fréquent Rare Très rare Inconnu Thrombopénie, Anémie Agranulocytose, éosinophilie, pancytopénie. leucopénie
Vaak Soms Zelden Zeer zelden Niet bekend Trombocytopenie, Anemie Agranulocytose, eosinofilie, pancytopenie leukopenie

Très fréquent Fréquent Peu fréquent Rare Affections hématologiques et du système lymphatique Eosinophilie Thrombopénie 11 Leucopénie 10 Neutropénie 10 Affections du système immunitaire Hypersensibilité 11
Zeer vaak Vaak Soms Zelden Bloed- en lymfestelselaandoeningen Eosinofilie Trombocytopenie 11 Leukopenie 10 Neutropenie 10 Immuunsysteemaandoeningen Overgevoeligheid 11

Affections hématologiques et du système lymphatique Fréquent : leucopénie (leucocytes > 2 G/l) Peu fréquent : anémie, thrombopénie légère (plaquettes < 100 G/l) Rare : pancytopénie (résultant probablement d’un mécanisme antiprolifératif), leucopénie (leucocytes < 2 G/l), éosinophilie Très rare : agranulocytose
Bloed- en lymfestelselaandoeningen Vaak: leukopenie (leukocyten > 2 G/l) Soms: anemie, lichte trombocytopenie (plaatjes < 100 G/l) Zelden: pancytopenie (waarschijnlijk door een antiproliferatief mechanisme), leukopenie (leukocyten < 2 G/l), eosinofilie Zeer zelden: agranulocytose