Afin de conserver la reconnaissance de l’incapacité de travail à partir de la 2 e année (période d’invalidité), l’intéressé doit en outre pouvoir être estimé incapable d’exercer toute activité professionnelle qui pourrait lui être imposée “raisonnablement”.
Om verder erkend te blijven vanaf het 2 e jaar (tijdvak van invaliditeit) moet de betrokkene bovendien ongeschikt geacht kunnen worden om eender welke beroepsbezigheid uit te oefenen die hem “billijkerwijze” opgelegd kan worden.