Etant donné que l’adénosine p
ossède le potentiel pour causer une hypotension
significative, elle sera administrée avec précautio
n chez les patients présentant une sténose de l’artère principale coronaire gauche, une hypovolémie non corrigée, un rétrécissement valvulaire cardiaque, un shunt gauche-droite, une péricardite ou un épanchement péricardique, un dysfonctionnement du système nerveux
...[+++] autonome,
Aangezien adenosine het vermogen bezit om een aanzienlijke hypotensie te veroorzaken, moet het met voorzorg toegediend worden bij patiënten met een stenose van de linker coronaire hoofdarterie, een niet-gecorrigeerde hypovolemie, een hartklepvernauwing, een links-rechts shunt, een pericarditis of pericarduitstorting, een disfunctie van het autonoom zenuwstelsel, of een carotisstenose met cerebrale vasculaire insufficiëntie.