Traduction de «flupentixol décanoate peut diminuer » (Français → Néerlandais) :

Le flupentixol décanoate peut diminuer l’effet de la lévodopa et des médicaments adrénergiques.
Flupentixol decanoaat kan het effect van levodopa en van adrenerge middelen verminderen.

Le flupentixol décanoate à faible dose n’est pas recommandé pour des patients agités ou hyperactifs, étant donné qu’il peut encore aggraver ces caractéristiques.
Flupentixol decanoaat aan lage doses is niet aanbevolen voor geëxciteerde of “overactieve” patiënten, daar dit deze karakteristieken nog kan verergeren.

Insuffisance rénale Le flupentixol décanoate peut être administré aux posologies habituelles aux patients souffrant d’insuffisance rénale.
Verminderde nierfunctie Flupentixol decanoaat mag aan gebruikelijke doses worden gegeven aan patiënten met verminderde nierfunctie.

Comme il a été décrit pour d’autres médicaments psychotropes, le flupentixol décanoate peut modifier les taux d’insuline et de glucose dans le sang; par conséquent la thérapie antidiabétique doit être adaptée chez les diabétiques.
Zoals beschreven met andere psychotrope geneesmiddelen, kan flupentixol decanoaat de insuline- en glucosewaarden in het bloed wijzigen, waardoor de antidiabetestherapie bij diabetici dient te worden aangepast.

Combinaisons requérant des précautions d’emploi: Le flupentixol décanoate peut accentuer l’effet sédatif de l’alcool, des barbituriques et d’autres médicaments qui provoquent une suppression du système nerveux central.
Combinaties die voorzichtigheid in gebruik vergen Flupentixol decanoaat kan het sedatieve effect van alcohol, barbituraten en van andere geneesmiddelen die onderdrukking van het centraal zenuwstelsel veroorzaken, versterken.

Lorsque le bénéfice clinique l’emporte, l’allaitement peut être poursuivi lors du traitement par flupentixol décanoate, mais une surveillance du nouveau-né, surtout pendant les 4 premières semaines suivant la naissance, est conseillée.
Indien het klinisch belang primeert, mag borstvoeding voortgezet worden tijdens de flupentixol decanoaat therapie, maar observatie van de pasgeborene, vooral tijdens de eerste 4 weken na de geboorte, wordt aanbevolen.

L’association de flupentixol décanoate au métoclopramide ou à la pipérazine peut augmenter le risque de symptômes extrapyramidaux.
Gelijktijdig gebruik van metoclopramide of piperazine verhoogt het risico op een extrapiramidale stoornis.