Vertaling van "globale était numériquement en faveur du bras placebo " (Frans → Nederlands) :

L’étude n’a pas montré de différence statistiquement significative entre les 2 groupes sur le critère principal d’efficacité (survie sans progression [SSP]) et l’analyse intermédiaire de la survie globale (SG) était numériquement en faveur du bras placebo associé à l’octréotide.
De studie voldeed niet aan het primaire werkzaamheidseindpunt (progression free survival [PFS]) en de tussentijdse analyse van overall survival (OS) liet een numeriek voordeel van de placebo plus depot octreotide arm zien.

La mortalité globale était numériquement en faveur de la nitrendipine ; dans le groupe éprosartan, 57 patients sur 681 sont décédés contre 52 patients sur 671 dans le groupe nitrendipine (rapport de risques : 1,07, IC à 95 % : 0,73 – 1,56, p= 0,725).
In aantal was de algemene mortaliteit in het voordeel van nitrendipine; in de groep met eprosartan overleden 57 van de 681 patiënten tegenover 52 van de 671 patiënten in de groep met nitrendipine (uitvalkans 1,07; 95% betrouwbaarheidsinterval 0,73 - 1,56; p=0,725).

Fibrillation auriculaire Au cours d’une étude randomisée, contrôlée, en double aveugle, d’une durée de 3 ans, qui a évalué l’efficacité et la sécurité de 5 mg d’acide zolédronique administré une fois par an par rapport au placebo dans le traitement de l’ostéoporose post-ménopausique (OPM), l’incidence globale de fibrillation auriculaire était de 2,5 % (96 sur 3 862) chez les patientes traitées par acide zolédronique 5 mg, contre 1,9 % (75 sur 3 852) dans le bras placebo.
(PMO), was de totale incidentie van voorkamerfibrillatie 2,5% (96 op de 3.862) bij de patiënten die 5 mg zoledroninezuur kregen, en 1,9% (75 op de 3.852) bij patiënten die de placebo kregen.

Le hazard ratio (HR) pour la survie globale était 1,59 (95 % IC pour HR = 1,33 – 1,91) avec un logrank p < 0,0001 en faveur du bras TMZ.
De hazard ratio (HR) voor overall survival bedroeg 1,59 (95 % CI voor HR=1,33 -1,91) met een log rang p < 0,0001 in het voordeel van de TMZ-arm.

Le hazard ratio (taux de risque) (HR) pour la survie globale était de 1,59 (95 % IC pour HR = 1,33 – 1,91) avec un logrank p < 0,0001 en faveur du bras TMZ.
De hazard ratio (HR) voor overall survival bedroeg 1,59 (95 % CI voor HR=1,33-1,91) met een log rang p < 0,0001 in het voordeel van de TMZ-arm.

Le hazard ratio (HR) pour la survie globale était 1,59 (95 % IC pour HR = 1,33 – 1,91) avec un log-rank p < 0,0001 en faveur du bras TMZ.
De hazard ratio (HR) voor overall survival bedroeg 1,59 (95 % CI voor HR=1,33 -1,91) met een log rang p < 0,0001 in het voordeel van de TMZ-arm.

La médiane de survie globale lors de l'analyse finale de survie prévue par le protocole était de 22,9 mois et 20,5 mois [HR = 0,91 (IC 95 % : 0,71, 1,16 ; p = 0,224)] pour les patients randomisés respectivement dans les bras pazopanib et placebo.
De gegevens over de mediane totale overleving (OS) van de in het protocol gespecificeerde uiteindelijke overlevingsanalyse waren 22,9 maanden en 20,5 maanden [HR = 0,91 (95% BI: 0,71, 1,16; p = 0,224)] bij patiënten die gerandomiseerd zijn naar respectievelijk de pazopanib- en placebogroep.

La survie globale médiane (Overall Survival OS) dans la population ITT était de 72,7 semaines et 64,9 semaines (HR : 0,876 ; IC à 95 % : 0,679 – 1,129 ; p=0,306), dans les bras sunitinib et placebo respectivement.
De mediane totale overleving (OS) binnen de ITT-populatie was 72,7 weken en 64,9 weken (HR 0,876, 95% CI 0,679-1,129 p=0,306) in de sunitinib- en placebo-arm respectievelijk.