" De als arbeidsongeschikt erkende werknemer, die vóór de inwerkingtreding van artikel 101 arbeid heeft verricht zonder de in artikel 100, § 2, bedoelde voorafgaande toelatingen ten gevolge hiervan op het ogenblik van de inwerkingtreding v
an artikel 101 niet meer voldoet aan de voorwaarden om de prestaties bedoeld in titel IV te ontvangen, wordt vermoed a
rbeidsongeschikt te zijn gebleven tot de inwerkingtreding van artikel 101 op voorwaarde dat hij, van een geneeskundig oogpunt uit, een vermindering van zijn vermogen van ten minste 50
...[+++] pct. behouden heeft. [.]“De als arbeidsongeschikt erkende werknemer, die vóór de inwerkingtreding van artikel 101 arbeid heeft verricht zonder de in artikel 100, § 2, bedoelde voorafgaande toelatingen ten gevolge hiervan op het ogenblik van de inwerkingtreding v
an artikel 101 niet meer voldoet aan de voorwaarden om de prestaties bedoeld in titel IV te ontvangen, wordt vermoed a
rbeidsongeschikt te zijn gebleven tot de inwerkingtreding van artikel 101 op voorwaarde dat hij, van een geneeskundig oogpunt uit, een vermindering van zijn vermogen van ten minste 50
...[+++]pct. behouden heeft.