Le chlorhydrate de tramadol doit être utilisé avec prudence chez les patients présentant une altération de l’état de conscience d’étiologie incertaine, un traumatisme crânien, une augmentation de la pression intracrânienne, une insuffisance hépatique et rénale sévère et chez les patients enclins aux troubles convulsifs ou en état de choc.
Tramadolhydrochloride moet voorzichtig gebruikt worden bij patiënten met een verminderd bewustzijnsniveau van onzekere oorsprong, hoofdletsel, verhoogde intracraniale druk, ernstige stoornissen van de lever- en nierfunctie en bij patiënten vatbaar voor convulsieve stoornissen of in shock.