Il faut augmenter le volume sanguin disponible en administrant une perfusion de liquide (solutions isotoniques, substituts plasmatiques, plasma) et si nécessaire, des injections I. V. de vasoconstricteurs tels que la norépinéphrine et la dopamine.
Het beschikbare bloedvolume moet vergroot worden door een vloeistofperfusie (isotonische oplossingen, plasmasubstituten, plasma) en, indien nodig, door I. V. - inspuitingen van vasoconstrictoren zoals norepinefrine en dopamine.