25% de l’échantillon interrogé vivait en-dessous du seuil de pauvreté (soit 60% du revenu moyen équivalent); pour la population en général en Flandre , il s’agit de 10%.
25% van de bevraagde steekproef leefde onder de armoedegrens (d.i. 60% van het mediaan equivalent inkomen); voor de algemene populatie in Vlaanderen is dat 10%