Des études menées sur des matières grasses laitières, de la graisse de lard ou du beurre de cacao indiquent une diminution significative de l’absorption intestinale de l’acide palmitique ou de l’acide stéarique lorsque ceux-ci sont en position sn-1 ou sn-3 sur le glycérol (Bracco, 1994).
Onderzoek naar melkvetten, spekvet of cacaoboter wijzen op een significante daling van de opname van palmitinezuur of stearinezuur door de darmen indien zich deze op positie sn-1 of sn-3 van het glycerolmolecuul bevinden (Bracco, 1994).