L’administration concomitante de néomycine ou d’autres antibiotiques à l’origine de perturbations de la flore gastro-intestinale saprophyte peut conduire à une diminution de la biodisponibilité du sorafénib (voir rubrique 4.5).
Gelijktijdige toediening van neomycine of van andere antibiotica die in grote mate het ecologische evenwicht van de gastrointestinale microflora verstoren, kunnen leiden tot een verlaging van de biologische beschikbaarheid van sorafenib (zie rubriek 4.5).