La tendance aux convulsions peut également augmenter en cas de traitement simultané par fenbufène ou par d’autres médicaments anti-inflammatoires non stéroïdiens similaires utilisés pour traiter la douleur et l’inflammation, tels que l’aspirine, l’ibuprofène, le kétoprofène et l’indométacine ou la théophylline (voir également rubrique «Prise d’autres médicaments»).
De neiging tot krampen kan eveneens verhoogd worden bij gelijktijdige behandeling met fenbufen en gelijkaardige niet-steroïdale ontstekingsremmende geneesmiddelen die gebruikt worden tegen pijn en ontsteking zoals aspirine, ibuprofen, ketoprofen, en indometacine of theofylline (zie ook onder “Inname met andere medicijnen”).