Il apparaît ainsi que pour un apport maximal journalier fixé à 3 mg/kg/j, un apport complémentaire de 60 à 80 mg/j double quasiment la proportion de sujets dont l’exposition dépasse cette valeur maximale et concerne jusqu’à 50 % et plus de la population (de 36 à 56 % des hommes ou femmes adultes).
Hieruit blijkt dat voor een maximale dagelijkse inname vastgelegd op 3 mg/kg/dag, een bijkomende inname van 60 tot 80 mg/dag tot gevolg heeft dat het aantal personen met een hogere blootstelling dan deze maximale waarde nagenoeg verdubbelt en dat dit tot 50 % en meer van de bevolking kan oplopen (tussen 36 en 56 % van de volwassen mannen en vrouwen).