Quand le médecin-conseil accorde une autorisation à l’intéressé pour reprendre une activité (art. 100, § 2, précité), il spécifie le volume de travail autorisé, en tenant compte de la nature de l’activité et de l’état de santé de l’intéressé.
Wanneer de adviserend geneesheer de betrokkene toestemming verleent om een activiteit te hervatten (voormeld art. 100, § 2) bepaalt hij het toegelaten werkvolume, rekening houdend met de aard van de activiteit en de gezondheidstoestand van de betrokkene (*) veranderlijk is, kan hij tijdelijk zijn arbeidsvolume aanpassen zolang hij het opgegeven werkvolume, zoals bepaald in de toestemming, niet overschrijdt.