Vertaling van "l’état d’équilibre chez 25 patients parkinsoniens recevant " (Frans → Nederlands) :

Dans une étude à l’état d’équilibre chez 25 patients parkinsoniens recevant une fois par jour 12 mg de ropinirole comprimés à libération prolongée, un repas riche en graisse augmentait l’exposition systémique du ropinirole par une moyenne de 20% de l’AUC et d’une moyenne de 44% de C max .
In een steady-state studie bij 25 patiënten met de ziekte van Parkinson die 12 mg ropinirol tabletten met verlengde afgifte éénmaal daags kregen, verhoogde een maaltijd met een hoog vetgehalte de systemische blootstelling aan ropinirol met een gemiddelde toename van 20% in AUC en een gemiddelde toename van 44% in C max .

Dans une étude à l’état d’équilibre menée chez 25 patients parkinsoniens recevant 12 mg de ropinirole une fois par jour sous forme de comprimés à libération prolongée, un repas riche en graisse augmentait l’exposition systémique au ropinirole, comme le montrait une augmentation moyenne de 20 % de l’ASC et une augmentation moyenne de 44 % de la C max .
In een steady-statestudie bij 25 patiënten met de ziekte van Parkinson die 12 mg ropinirol tabletten met verlengde afgifte eenmaal per dag kregen, verhoogde een vetrijke maaltijd de systemische blootstelling aan ropinirol met een stijging van de AUC met gemiddeld 20% en een stijging van de C max met gemiddeld 44%.

Lors d'une étude menée sur 25 patients parkinsoniens, qui recevaient 12 mg de comprimés de ropinirole à libération prolongée une fois par jour, à l'état d'équilibre, un repas riche en graisses augmentait l'exposition systémique au ropinirole, comme le montre l'augmentation de 20 % en moyenne de l'ASC et de 44 % en moyenne de la C max .
In een studie in evenwichtstoestand bij 25 patiënten met de ziekte van Parkinson die 12 mg ropinirol tabletten met verlengde afgifte eenmaal per dag kregen, verhoogde een vetrijke maaltijd de systemische blootstelling aan ropinirol te oordelen naar de gemiddelde stijging van de AUC met 20% en de gemiddelde stijging van de C max met 44%.

Chez 35 patients recevant 600 mg d’éfavirenz en prise quotidienne unique, la valeur de la C max à l'état d’équilibre était de 12,9 ± 3,7 µM (29%) [moyenne ± écart-type (% coefficient de variation)] tandis que la valeur de la C min à l'état d’équilibre était de 5,6 ± 3,2 µM (57%). Quant à l'aire sous la courbe, elle atteint 184 ± 73 μM·h (40%).
Bij 35 patiënten die eenmaal per dag 600 mg efavirenz kregen was de steady state C max 12,9 ± 3,7 µM (29 %) [gemiddelde ± S.D (% C. V. ), de steady state C min was 5,6 ± 3,2 µM (57 %) en de AUC was 184 ± 73 µM uur (40 %).

Chez 35 patients recevant une fois par jour 600 mg d’éfavirenz, la C max mesurée à l’état d’équilibre était de 12,9 ± 3,7 µM (29%) [moyenne ± écart type (ET) (coefficient de variation (%CV))], la C min mesurée à l’état d’équilibre était de 5,6 ± 3,2 µM (57%), et l’ASC de 184 ± 73 µMh (40%).
Bij 35 patiënten die eenmaal daags 600 mg efavirenz kregen, was de steady-state piekconcentratie (C max ) 12,9 ± 3,7 µM (29%) [gemiddelde ± standaarddeviatie (S.D.) (variatiecoëfficient (%CV))], de steady-state C min was 5,6 ± 3,2 µM (57%) en de AUC 184 ± 73 µMh (40%).

Lors d’études où le tipranavir, coadministé avec le ritonavir à faible dose, était administré avec ou sans enfuvirtide, il a été observé que la Cmin du tipranavir à l’état d’équilibre des patients recevant l’enfuvirtide était de 45 % supérieure à celle des patients ne recevant pas l’enfuvirtide.
In onderzoeken waarin tipranavir, gecombineerd met laag gedoseerd ritonavir, werd gebruikt met of zonder enfuvirtide, is gezien dat de steady-state tipranavirdalspiegels 45% hoger waren wanneer patiënten ook enfuvirtide kregen toegediend dan wanneer patiënten geen enfuvirtide kregen toegediend.

Hépatite B chronique : À l’état d’équilibre, l’exposition au ténofovir chez les patients adolescents (âgés de 12 à < 18 ans) infectés par le VHB recevant une dose de ténofovir disoproxil de 245 mg (sous forme de fumarate) par jour par voie orale était similaire aux expositions atteintes chez les adultes recevant une dose de ténofovir disoproxil de 245 mg (sous forme de fumarate) une fois par jour.
Chronische hepatitis B: De steady-state blootstelling aan tenofovir bij met HBV geïnfecteerde adolescente patiënten (in de leeftijd van 12 tot < 18 jaar) die een dagelijkse orale dosis tenofovirdisoproxil 245 mg (als fumaraat) kregen, was vergelijkbaar met de blootstelling die werd bereikt bij volwassenen die eenmaal daagse doses tenofovirdisoproxil 245 mg (als fumaraat) kregen.

Dans l’étude de phase III menée chez les patients atteints de LMC en phase chronique nouvellement diagnostiquée recevant 300 mg de nilotinib deux fois par jour, la variation moyenne de l’intervalle QTcF à l’état d’équilibre a été de 6 ms par rapport aux valeurs initiales.
In het fase III-onderzoek bij patiënten met nieuw gediagnosticeerde CML in de chronische fase, die 300 mg nilotinib tweemaal daags kregen, was de verandering ten opzichte van de uitgangswaarde van de gemiddelde duur van het QTcF interval bij “steady state” 6 msec.

Les valeurs moyennes de l’aire sous la courbe (SSC (CV%)) de bosentan chez les enfants traités par 31,25, 62,5 ou 125 mg deux fois par jour étaient respectivement de 3496 (49), 5428 (79), et 6124 (27) ng·h/ml et étaient inférieures à la valeur de 8149 (47) ng·h/ml observée chez les patients adultes atteints d’hypertension artérielle pulmonaire et recevant 125 mg de bosentan deux fois par jour. A l’état stable, l’exposition systémique mesurée dans chacun des groupes d’enfants pesant 10–20 kg, 20–40 kg et > 40 kg correspondait respectivement à 43%, 67%, et 75% de la valeur observée chez l’adulte.
De gemiddelde AUC (CV%)-waarden van bosentan bij kinderen behandeld met 31,25, 62,5 of 125 mg tweemaal daags waren respectievelijk 3496 (49), 5428 (79) en 6124 (27) ng·h/ml en waren lager dan de waarde van 8149 (47) ng·h/ml die werd gezien bij volwassen patiënten met pulmonale arteriële hypertensie die tweemaal daags 125 mg gebruikten. In de evenwichtssituatie bedroeg de systemische blootstelling van kinderen van 10–20 kg, 20–40 kg en > 40 kg respectievelijk 43%, 67% en 75% van de systemische waarde bij volwassenen.