Traduction de «max moyenne était atteinte » (Français → Néerlandais) :

La T max moyenne était atteinte environ une semaine après l'injection.
De gemiddelde T max wordt ongeveer een week na de injectie bereikt.

Après une dose intraveineuse de 100 mg/m 2 administrée par perfusion de 3 heures à 19 patients atteints de SK, la C max moyenne était de 1 530 ng/ml (variant de 761 à 2 860 ng/ml) et l’aire sous la courbe moyenne de 5 619 ng.hr/ml (variant de 2 609 à 9 428 ng.hr/ml).
Na een intraveneuze dosis van 100 mg/m 2 toegediend als 3-uurs infuus aan 19 KS-patiënten, was de gemiddelde C max 1530 ng/ml (spreiding van 761-2.860 ng/ml) en de gemiddelde AUC 5619 ng.hr/ml (spreiding van 2.609-9.428 ng.hr/ml.

Après une dose intraveineuse de 100 mg/ m² administrée dans une perfusion de 3 heures à 19 patients atteints du SK, la C max moyenne était de 1530 ng/ml (plage : 761 - 2860 ng/ml) et l’ASC moyenne, de 5619 ng.h/ml (plage : 2609 - 9428 ng.h/ml).
Na een intraveneuze dosis van 100 mg/m 2 , gegeven als een 3 uur durende infusie aan 19 KSpatiënten, was de gemiddelde C max 1.530 ng/ml (variërend van 761-2.860 ng/ml) en de gemiddelde AUC 5.619 ng.uur/ml (variërend van 2.609-9.428 ng.uur/ml).

A l'état d'équilibre (non à jeun), l'AUC moyenne pendant l'intervalle entre les prises (AUC τ ) était de 145 ng.h/ml, la C max moyenne était de 10,6 ng/ml et la C min de 3,23 ng/ml.
In evenwichtstoestand (na de maaltijd) bedroeg de gemiddelde AUC voor het dosisinterval (AUC τ ) 145 ng x u/ml, de gemiddelde C max 10,6 ng/ml en C min 3,23 ng/ml.

Dans la même étude, l’ASC était inchangé mais la C max moyenne était plus faible de 14% lorsque les comprimés orodispersibles de 50 mg étaient administrés avec de l’eau par rapport aux comprimés pelliculés de 50 mg.
In hetzelfde onderzoek was de AUC onveranderd, maar de gemiddelde C max was 14% lager wanneer 50 mg orodispergeerbare tabletten werden toegediend met water vergeleken met een 50 mg filmomhulde tablet.

En ce qui concerne le comprimé pelliculé à 10 mg, la concentration plasmatique maximale (C max) moyenne est atteinte 3 heures (T max) après l’administration à des adultes à jeun.
Voor de filmomhulde tablet van 10 mg wordt de gemiddelde piekplasmaconcentratie (C max) 3 uur (T max) na toediening bereikt bij volwassenen met een nuchtere maag.

En ce qui concerne le comprimé pelliculé à 10 mg, la concentration plasmatique maximale (C max) moyenne est atteinte trois heures (T max) après l’administration à des adultes à jeun.
Voor de filmomhulde tablet van 10 mg wordt de gemiddelde piekplasmaconcentratie (C max) drie uur (T max) na toediening bereikt bij volwassenen met een nuchtere maag.

La C max moyenne géométrique était de 63 µg/ml après la première perfusion (300 mg) ; après la huitième perfusion hebdomadaire (septième perfusion de 2 000 mg), la C max moyenne géométrique était de 1482 µg/ml et l’ASC (0-∞) moyenne géométrique était de 674,463 µg.h/ml ; après la douzième perfusion (quatrième perfusion mensuelle de 2 000 mg), la C max moyenne géométrique était de 881 µg/ml et l’ ASC (0-∞) moyenne géométrique était de 265,707 µg.h/ml.
De geometrische gemiddelde C max waarde bedroeg 63 µg/ml na de eerste infusie (300 mg); na de achtste wekelijkse infusie (zevende infusie bedroeg 2.000 mg), de geometrische gemiddelde C max waarde bedroeg 1.482 µg/ml en de geometrische gemiddelde AUC (0-∞) bedroeg 674.463 µg.h/ml; na de twaalfde infusie (vierde maandelijkse infusie; 2.000 mg) bedroeg de geometrische gemiddelde C max waarde 881 µg/ml en geometrische gemiddelde AUC (0-∞) bedroeg 265.707 µg.h/ml.

Dans une étude comparative de biodisponibilité menée chez des volontaires adultes sains, (n = 60), il a été démontré que la suspension orale à 50 mg de Xaluprine est bioéquivalente au médicament de référence en comprimé à 50 mg, pour l’ASC mais pas pour la C max. La C max moyenne (IC à 90 %) obtenue avec la suspension orale était supérieure de 39 % (22 % à 58 %) à celle du comprimé, malgré une variabilité inter-individuelle (CV en %) plus faible avec la suspension orale (46 %) qu’avec le comprimé (69 %).
In een vergelijkend onderzoek naar de biologische beschikbaarheid bij gezonde volwassen vrijwilligers (n=60) was 50 mg Xaluprine suspensie voor oraal gebruik bio-equivalent aan de tablet met 50 mg, het referentiemiddel, voor de AUC maar niet voor de C max . De gemiddelde (90% betrouwbaarheidsinterval) C max met de suspensie voor oraal gebruik was 39% (22%–58%) hoger dan met de tablet, hoewel de variabiliteit tussen proefpersonen (% variatiecoëfficiënt) met de suspensie voor oraal gebruik (46%) lager was dan met de tablet (69%).

Chez 865 patients atteints de leucémie traités par dasatinib dans les études cliniques de Phase II, les variations moyennes de l'intervalle QT c par rapport à la valeur initiale (utilisant la méthode de Fredericia QT c F), étaient de 4 à 6 msec; la valeur maximale de la limite supérieure des intervalles de confiance à 95% des variations moyennes était < 7 msec (Voir rubrique 4.8).
Bij 865 patiënten met leukemie, die behandeld werden met dasatinib in klinisch fase II onderzoek, was de gemiddelde verandering van het QTc-interval ten opzichte van de uitgangswaarde 4 tot 6 msec,