La circulaire OA n°2000/285-406/06 du 4 août 2002 relative à l’application de l’article 219ter, §5 AR du 3 juillet 1996, qui demeure d’application à la situation de la travailleuse susvisée, apporte des précisions sur la condition du « caractère préalable » de la demande d’autorisation pour la poursuite de l’activité indépendante durant une mesure d’écartement (dont elle fait l’objet dans le cadre de son activité salariée).
De omzendbrief VI nr. 2000/285-406/06 van 4 augustus 2002 betreffende de toepassing van artikel 219ter, §5 KB van 3 juli 1996, die van toepassing blijft in de situatie van voornoemde werkneemster, brengt preciseringen aan over de voorwaarde van het “voorafgaande karakter” van de toelatingsaanvraag voor de voortzetting van de zelfstandige activiteit tijdens een verwijderingsmaatregel (waarvan zij het voorwerp vormt in het kader van haar loontrekkende activiteit).