Les besoins en cuivre sont fonction de l’état habituel des réserves en cet élément (localisées principalement au niveau du squelette, des muscles squelettiques et, dans une moindre mesure, du foie) et des capacités à les mobiliser (plus grandes pour le cuivre hépatique).
De koperbehoeften hangen af van het gemiddelde niveau van de koperreserves (vooral te vinden in het skelet, de skeletspieren en in een mindere mate in de lever) en van het vermogen om deze te mobiliseren (groter voor koper in de lever).