Jusqu’au 1 er octobre 2005, l’intervention de l’assurance obligatoire soins de santé pour une aide à la mobilité dépendait essentiellement de l’état de la fonction motrice des membres inférieurs de l’assuré: la personne, dont la limitation de mobilité n’était pas complète, ou découlait de problèmes autres que locomoteurs (insuffisance respiratoire,.), n’avait alors pas toujours droit au remboursement.
Tot 1 oktober 2005 hing de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor een mobiliteitshulpmiddel hoofdzakelijk af van de toestand van de motorische functie van de onderste ledematen van de verzekerde: de persoon van wie de beperking van de mobiliteit niet volledig was, of voortvloeide uit andere dan locomotorische problemen (respiratoire insufficiëntie.), had toen niet altijd recht op een vergoeding.