Lorsque le patient consulte, c’est habituellement parce qu’il souffre de symptômes altérant sa qualité de vie (dans 70% des cas, il s’agit de palpitations, suivies de malaises thoraciques, d’une sensation de tête légère, d’évanouissements, d’un essoufflement au repos ou au moindre effort, et/ou d’une faiblesse généralisée), qu’il a constaté un pouls anormal ou qu’il a connu des complications (accident thromboembolique ou défaillance cardiaque).
De patiënt vraagt gewoonlijk advies omdat hij symptomen ervaart die zijn levenskwaliteit aantasten (in 70% van de gevallen gaat het om hartkloppingen, gevolgd door gevoel van onbehagen ter hoogte van de thorax, een licht gevoel in het hoofd, flauwvallen, ademnood in rust of bij de minste inspanning en/of een algemeen gevoel van zwakte), of omdat hij een abnormale pols of complicaties (trombo-embolisch verschijnsel of hartzwakte) heeft vastgesteld.