Traduction de «mutations multiples associées aux analogues nucléosidiques » (Français → Néerlandais) :

Une résistance croisée entre la didanosine et les inhibiteurs nucléosidiques de la transcriptase inverse est observée dans les isolats comportant des mutations multi-résistantes telles que le Q151M et T69SXX (une substitution de l'aminoacide accompagnée d'une insertion du 2-aminoacide) et les mutations multiples associées aux analogues nucléosidiques (TAMS).
Kruisresistentie tussen didanosine en nucleoside reverse transcriptaseremmers is gezien bij isolaten, die multi-resistente mutaties zoals Q151M en T69S-XX (een aminozuursubstitutie met een 2-aminozuur tussenvoeging) en meervoudige, met nucleoside-analoog geassocieerde, mutaties (NAMs) bevatten.

Dans un essai comparatif, l’association avec des analogues nucléosidiques (trithérapie avec de la zidovudine plus de la didanosine) a conféré une protection vis-à-vis de la sélection du virus exprimant au moins une substitution d’acide aminé associée à une résistance à la fois à l’indinavir (de 13/24 à 2/20 à la 24 ème semaine de traitement) et aux analogues nucléosidiques (de 10/16 à 0/20 à la 24 ème semaine de traitement).
In een vergelijkend onderzoek bood combinatietherapie met nucleosideanalogen (tripletherapie met zidovudine plus didanosine) bescherming tegen de selectie van virus dat ten minste één aminozuursubstitutie, geassocieerd met resistentie, uitdrukt tegen zowel indinavir (van 13/24 tot 2/20 in behandelingsweek 24) als de nucleosideanalogen (van 10/16 tot 0/20 in behandelingsweek 24).

Ces mutations de résistance aux analogues de la thymidine n'entraînent pas, à elles seules, une forte résistance croisée aux autres nucléosidiques, ce qui autorise l’utilisation ultérieure de n’importe quel autre inhibiteur de la transcriptase inverse disponible sur le marché.
De typische mutaties voor de thymidine-analogen kunnen op zich alleen niet leiden tot een sterke kruisresistentie voor een ander nucleoside, vandaar de mogelijkheid om later om het even welke andere goed gekeurde reverse transcriptase remmer toe te dienen.

Les mutations associées aux analogues de la thymidine (TAMs) comprenaient les mutations D67N (n=1) et K70R (n=1).
Thymidine-analoog geassocieerde mutaties waren D67N (n=1) en K70R (n=1).

L’un ou l’autre de ces deux schémas de résistance multiple aux analogues nucléosidiques limite sérieusement les futures options thérapeutiques.
Allebei deze schema’s van multipele resistentie voor de nucleoside-analogen beperken in aanzienlijke mate de latere therapeutische opties.

Les mutations associées aux analogues de la thymidine (TAM) sélectionnées par la zidovudine ont également été retrouvées (8 %).
Thymidine-analogen geassocieerde mutaties (TAM’s), geselecteerd door zidovudine, werden eveneens gevonden (8%).

3. Nombre de sujets avec au moins une mutation associée aux analogues de la thymidine (TAMs).
3. Aantal personen met �1 thymidine-analogon geassocieerde mutaties (TAM’s)