Les données à caractère personnel relatives au nombre - limité - de cas dans lesquels aucun cancer du sein n’a été constaté chez la personne concernée à l’occasion de l’examen de dépistage du cancer du sein mais pour lesquels un enregistrement a par la suite tout de même été constaté dans les banques de données du Registre du cancer, seraient plus précisément communiquées, sous forme non codée, au médecin-surveillant du “Consortium van Vlaamse Borstkankerscreeningscentra”.
De persoonsgegevens aangaande de – in aantal beperkte – gevallen waarin bij de betrokkene naar aanleiding van de borstkankerscreening geen borstkanker werd vastgesteld maar daarna alsnog een registratie in de persoonsgegevensbanken van het Kankerregister werd vastgesteld, zouden meer bepaald op niet-gecodeerde wijze worden meegedeeld aan de geneesheertoezichthouder van het Consortium van Vlaamse Borstkankerscreeningscentra.