Lors de l’interruption du médicament, du remplacement par un morphinomimétique moins puissant ou de l'administration d'un antagoniste, un syndrome de sevrage peut se manifester, accompagné, entre autres, de troubles de l'équilibre, de tremblements et d'angoisse, de vomissements, de diarrhée et de hausse de la tension artérielle.
Bij het afbreken van de medicatie, het vervangen door een minder krachtig morphinomimeticum of het toedienen van een antagonist kan een abstinentiesyndroom ontstaan, met o.a. evenwichtsstoornissen, beven en angst, braken, diarree en bloeddrukstijging.