Vertaling van "naproxène peut donc induire " (Frans → Nederlands) :

Théoriquement, le naproxène peut donc induire des interactions avec d’autres médicaments se liant à l’albumine, tels que les anticoagulants coumariniques, les dérivés sulfamidés hypoglycémiants, les hydantoïnes, les autres AINS et l’aspirine.
Theoretisch kan naproxen dus interacties aangaan met andere geneesmiddelen die aan albumine worden gebonden, zoals coumarineanticoagulantia, sulfonylureumderivaten, hydantoïnes, andere NSAIDs en aspirine.

La lévofloxacine peut inhiber la croissance de Mycobacterium tuberculosis et peut donc induire des résultats faux négatifs au cours du diagnostic bactériologique de la tuberculose.
Levofloxacine kan de groei van Mycobacterium tuberculosis remmen en dan ook vals negatieve resultaten opleveren bij de bacteriologische diagnose van tuberculose.

Cytochrome P450 La ciprofloxacine inhibe le CYP1A2 et peut donc induire une augmentation des concentrations sériques des substances métabolisées par cette enzyme et administrées simultanément (par ex. théophylline, clozapine, ropinirole, tizanidine).
Cytochroom P450 Ciprofloxacine inhibeert CYP1A2 en kan dus leiden tot een verhoogde serumconcentratie van gelijktijdig toegediende stoffen die gemetaboliseerd worden door dit enzym (bijv. theofylline, clozapine, ropinirol, tizanidine).

L’arrêt du traitement peut donc induire un effet de sevrage ou de rebond (voir rubrique " Mises en garde spéciales et précautions d'emploi" ).
Bij stopzetting van de behandeling kunnen bijgevolg onthoudings- of reboundverschijnselen optreden (zie rubriek “Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik”).

Le produit contient du méthyl-, de l’éthyl- et du propyl-4-hydroxybenzoate (parabènes) et peut donc induire des réactions allergiques (même retardées).
Het product bevat methyl-, ethyl- en propyl-4-hydroxybenzoaat (parabenen) en kan daardoor (zelfs vertraagde) allergische reacties uitlokken.

Théoriquement, le naproxène peut donc interagir avec d’autres médicaments liés à l’albumine, comme les anticoagulants coumariniques, les dérivés des sulfonylurées, les hydantoïnes, d’autres AINS et l’aspirine.
Theoretisch kan naproxen dus interacties aangaan met andere geneesmiddelen die aan albumine worden gebonden, zoals coumarine-anticoagulantia, sulfonylureumderivaten, hydantoïnes, andere NSAI en aspirine.

Théoriquement, le naproxène peut donc avoir des interactions avec d’autres médicaments qui sont liés à l’albumine, comme les anticoagulants à base de couramine et les dérivés de sulfonylurée, les hydantoïnes, d’autres AINS et l’aspirine.
Naproxen bindt zich sterk aan albumine in het plasma. Theoretisch kan naproxen dus interacties aangaan met andere geneesmiddelen die aan albumine worden gebonden, zoals coumarineanticoagulantia, sulfonylureumderivaten, hydantoïnes, andere NSAI en aspirine.

La tendance à l'inclinaison du corps, typique de l'ostéoporose est réduite, ce qui peut induire une diminution de la tendance à la chute, et donc du risque de fractures futures.
De typische neiging om voorover te buigen wordt verminderd, wat het valgevaar reduceert en daardoor ook het risico op toekomstige fracturen.

Pour la plupart des traitements, l’oncologue peut calculer le risque d’induire une défaillance ovarienne précoce et donc une infertilité.
Bij het merendeel van de behandelingen kan de oncoloog het risico op prematuur ovarieel falen – en bijgevolg onvruchtbaarheid – bepalen.