Vertaling van "neuropathie sensitive périphérique " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Maladie de Morvan Neuropathie sensitive héréditaire à transmission:dominante | récessive | Syndrome de Nélaton
sensorische neuropathie | dominant erfelijk | sensorische neuropathie | recessief erfelijk | syndroom van Nelaton | ziekte van Morvan

neuropathie autonome périphérique idiopathique
idiopathische perifere autonome neuropathie

Neuropathie autonome périphérique idiopathique
perifere autonome-neuropathie, idiophatisch

Neuromyopathie carcinomateuse (C00-C97+) Neuropathie sensitive paranéoplasique [Denny-Brown] (C00-D48+)
carcinomateuze neuromyopathie (C00-C97) | sensorische paraneoplastische-neuropathie [Denny Brown] (C00-D48)

neuropathie motrice périphérique
motorische neuritis

neuropathie sensitive
sensorische neuropathie

neuropathie | affection du système nerveux (central ou périphérique)
neuropathie | zenuwziekte

neuropathie héréditaire sensitive et autonomique
erfelijke sensorische en autonome neuropathie

neuropathie héréditaire sensitive et autonomique type 1
erfelijke sensorische en autonome neuropathie type I

neuropathie héréditaire sensitive et autonomique type 1B
erfelijke sensorische en autonome neuropathie type 1B

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Neuropathie sensitive périphérique (G3: 3,7%); Neuropathie motrice périphérique (G3/4: 2%)
Perifeer sensorische neuropathie (G3: 3,7%); Perifeer motorische neuropathie (G3/4: 2%)

Neuropathie sensitive périphérique (G3: 3,7%); Neuropathie motrice périphérique (G3/4: 2%) Affections cardiaques Arythmie (G3/4: 0,7%) Insuffisance cardiaque
Zeer vaak voorkomende Vaak voorkomende bijwerkingen bijwerkingen Misselijkheid (G3/4: 5%); Stomatitis (G3/4: 7,8%); Diarree (G3/4: 6,2%); Braken (G3/4: 5%); Constipatie Alopecia; Nagelaandoeningen (ernstig 0,4%); Huidreactie (niet ernstig) Myalgie

Neuropathie sensitive périphérique (G3: 4,1%); Neuropathie motrice périphérique (G3/4: 4%) ; Dysgueusie (sévère : 0,07%) Affections cardiaques Arythmie (G3/4: 0,7%) Insuffisance cardiaque
0,07%) Hartaandoeningen Aritmie (G3/4: 0,7%) Hartfalen Bloedvataandoeningen Hypotensie; Hypertensie; Hemorragie

Neuropathie sensitive périphérique (G3: 4,1%); Neuropathie motrice périphérique (G3/4: 4%) ; Dysgueusie (sévère 0,07%)
Stomatitis (G3/4: 5,3%); Diarree (G3/4: 4%); Misselijkheid (G3/4: 4%); Braken (G3/4: 3%) Alopecia; Huidreactie (G3/4: 5,9%); Nagelaandoeningen (ernstig 2,6%)

Neuropathie périphérique Des cas de neuropathie périphérique, de neuropathie sensitive périphérique (par exemple, les paresthésies, dysesthésies) et de neuropathie périphérique motrice ont été observés chez les patients recevant du cabazitaxel.
Perifere neuropathie Gevallen van perifere neuropathie, perifere sensorische neuropathie (bijv. paresthesie, dysesthesie) en perifere motorische neuropathie zijn gerapporteerd bij patiënten die cabazitaxel kregen.

Affections du système nerveux La neuropathie sensitive périphérique a persisté au moment du suivi médian de 55 mois chez 9 des 73 patientes ayant présenté une neuropathie sensitive périphérique à la fin de la chimiothérapie.
Zenuwstelselaandoeningen Perifere sensorische neuropathie bleef aanhouden bij de mediane follow-upperiode van 55 maanden bij 9 van de 73 patiënten met perifere sensorische neuropathie aan het einde van de chemotherapie.

Peu fréquent Sensation de vertige, dysgeusie, hypoesthésie, somnolence, migraine, tremblements, troubles de l'équilibre, dysesthésie, hémiparésie, migraine avec aura, neuropathie périphérique, neuropathie sensitive périphérique, troubles de la parole, neuropathie toxique, algies vasculaires
duizeligheid, dysgeusie, hypo-esthesie, slaperigheid, migraine, tremor, evenwichtsstoornis, dysesthesie, hemiparese, migraine met aura, perifere neuropathie, perifere sensorische neuropathie, spraakstoornis, toxische neuropathie, vasculaire hoofdpijn

Les effets suivants ont été rapportés à une fréquence inférieure à 5 % dans le groupe de traitement combiné mais sont mentionnés ci-dessous en raison de leur pertinence clinique : infection neutropénique (< 1 %), septicémie neutropénique (< 1 %), pancytopénie (1,8 %), insuffisance médullaire (1,5 %), granulocytopénie (1,5 %), déshydratation, insomnie, neuropathie sensitive périphérique, syncope, dysfonction ventriculaire gauche (< 1 %), embolie pulmonaire (1,2 %), œdème pulmonaire (< 1 %), toux , hépatotoxicité (< 1 %), augmentation de la gamma-glutamyltransférase, augmentation de la bilirubine conjuguée, douleurs musculosquelettiques, myalgie, augmentation de la créatininémie, œdème/œdème périphérique, réactions au site du cathéter.
In de combinatiearm zijn de volgende reacties gemeld met een frequentie lager dan 5%, hier opgenomen vanwege hun klinische relevantie: neutropenische infectie (< 1%), neutropenische sepsis (< 1%), pancytopenie (1,8%), beenmergfalen (1,5%), granulocytopenie (1,5%), dehydratie, slapeloosheid, perifere sensorische neuropathie, syncope, disfunctie van het linker ventrikel (< 1%), longembolie (1,2%), longoedeem (< 1%), hoesten, hepatotoxiciteit (< 1%), verhoogd gammaglutamyltransferase, verhoogd geconjugeerd bilirubine, musculoskeletale pijn, myalgie, verhoogd creatinine in bloed, oedeem/perifeer oedeem, reacties op de katheterplaats.