Interprétation : tout exploitant agricole doit pouvoir présenter des plans ou une numérotation (ou tout autre document permettant une identification univoque) de parcelles, de serres, unités de stockage,... permettant une identification claire des lieux ou unités de production où des traitements de produits phytopharmaceutiques ou de biocides ont été effectués.
Interpretatie: elke landbouwer moet grondplannen kunnen voorleggen of moet een nummering (of elk ander document waarmee een eenduidige identificatie mogelijk is) van percelen, kassen, opslageenheden, … voorzien aan de hand waarvan de productieplaatsen of –eenheden waar een behandeling met gewasbeschermingsmiddelen of biociden werd toegepast duidelijk geïdentificeerd kunnen worden.