Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "n’a été observée entre rapamune " (Frans → Nederlands) :

Aucune interaction pharmacocinétique cliniquement significative n’a été observée entre Rapamune solution buvable et 0,3 mg de norgestrel/0,03 mg d’éthinyl estradiol.

Er is geen klinisch significante farmacokinetische interactie waargenomen tussen Rapamune drank en 0,3 mg norgestrel/0,03 mg ethinyloestradiol.


Dans une étude évaluant le remplacement des inhibiteurs de la calcineurine par Rapamune dans le traitement d’entretien des patients transplantés rénaux, une augmentation de la protéinurie était généralement observée de 6 à 24 mois après le remplacement par Rapamune (voir rubrique 5.1).

In een studie waarin conversie van calcineurineremmers naar Rapamune bij niertransplantatiepatiënten met een onderhoudsbehandeling geëvalueerd werd, werd 6 tot 24 maanden na conversie naar Rapamune vaak een verhoogde eiwitexcretie via de urine waargenomen (zie rubriek 5.1).


Traitement d’initiation (pendant les 2 à 3 mois après la transplantation) : Chez la plupart des patients recevant Rapamune comprimés avec une dose de charge de 6 mg suivie d’une dose d’entretien initiale de 2 mg, les concentrations résiduelles de sirolimus dans le sang total atteignent rapidement les concentrations à l’équilibre comprises dans la fourchette recommandée (entre 4 et 12 ng/ml – dosage chromatographique).Les paramètres pharmacocinétiques du sirolimus basés sur des données récoltées un et 3 mois après la transplantation et ...[+++]

Initiële therapie (2 tot 3 maanden na de transplantatie): Bij de meeste patiënten die Rapamunetabletten kregen met een oplaaddosis van 6 mg gevolgd door een initiële onderhoudsdosis van 2 mg bereikte de sirolimusdalconcentraties in volbloed snel de steady-stateconcentraties binnen het aanbevolen doelbereik (4 tot 12 ng/ml, chromatografisch assay). Op basis van gegevens 1 en 3 maanden na de transplantatie verzameld bij 13 niertransplantatiepatiënten waren de farmacokinetische parameters van sirolimus na een dagelijkse dosis van 2 mg Rapamune toegediend in combinatie met ciclosporine micro-emulsie (4 uur vóór de Rapamune-tabletten) en cort ...[+++]


Bien que le sirolimus inhibe in vitro les isoenzymes du cytochrome P 450 hépatique humain CYP2C9, CYP2C19, CYP2D6 et CYP3A4/5, cette substance active ne devrait pas inhiber l’activité de ces isoenzymes in vivo puisque les concentrations de sirolimus nécessaires pour entraîner une inhibition sont beaucoup plus élevées que celles observées chez les patients recevant des doses thérapeutiques de Rapamune.

Alhoewel sirolimus het humaan microsomale leverenzym cytochroom P 450 , CYP2C9, CYP2C19, CYP2D6 en CYP3A4/5 in vitro remt, wordt niet verwacht dat het actieve bestanddeel de activiteit van deze iso-enzymen in vivo zal remmen, aangezien de concentraties van sirolimus die nodig zijn voor remming veel hoger zijn dan de concentraties die gezien worden bij patiënten die therapeutische doses Rapamune ontvangen.


Des altérations des paramètres spermatiques ont été observées chez certains patients traités par Rapamune.

Vruchtbaarheid Bij enkele met Rapamune behandelde patiënten zijn stoornissen van spermaparameters gemeld.


Aux doses orales de 3 et 6 g de ganciclovir par jour, une augmentation de l’ASC de la didanosine comprise entre 84 et 124 % a été observée ; de même, aux doses intraveineuses de 5 et 10 mg de ganciclovir/kg/jour, une augmentation de l’ASC de la didanosine comprise entre 38 et 67 % a été observée.

Bij orale doses ganciclovir van 3 en 6 g/dag werd een toename van de AUC van didanosine waargenomen, variërend van 84 tot 124 % en op gelijke wijze werd bij intraveneuze doses van 5 en 10 mg/kg/dag een toename van de AUC van didanosine waargenomen, variërend van 38 tot 67 %.


Aux doses orales de 3 et 6 g de ganciclovir par jour, une augmentation de l’AUC de la didanosine comprise entre 84 et 124 % a été observée ; de même, aux doses intraveineuses de 5 et 10 mg de ganciclovir/kg/jour, une augmentation de l’AUC de la didanosine comprise entre 38 et 67 % a été observée.

Bij toediening van ganciclovir 3 en 6 g per os stijgt de AUC van didanosine tussen 84 en 124%. Bij intraveneuze toediening van ganciclovir 5 en 10 mg/kg/dag stijgt de AUC van didanosine tussen 38 en 67%.


L'agrégation des événements à un niveau géographique donné, par exemple au niveau d'une région ou d'un arrondissement, pourrait permettre d'observer des associations entre les différentes variables qui ne seraient pas observées au niveau individuel ou à d'autres échelles d'agrégation (p. ex. comparaison entre zones orientales et occidentales, entre zones urbaines et rurales, entre zones côtières et éloignées de la mer).

De keuze voor een aggregatie op één bepaald geografisch niveau, bv. het gewest of een arrondissement, kan leiden tot het waarnemen van associaties tussen verschillende variabelen die niet zouden worden waargenomen op het individuele niveau of op andere aggregatieniveaus (bv. een vergelijking tussen de oostelijke en westelijke arrondissementen, een vergelijking tussen stedelijke en landelijke zones of een vergelijking tussen kuststreken en binnenlandse zones).


L'objectif de la présente étude est d'évaluer dans quelle mesure les différences d'incidence du cancer de la thyroïde principalement observées entre la Flandre et la Wallonie et entre les différents arrondissements s'expliquent par des différences de stratégies diagnostiques et thérapeutiques.

Deze studie wil meer bepaald nagaan in welke mate de verschillen in incidentie van schildklierkanker, die voornamelijk tussen Vlaanderen en Wallonië worden vastgesteld, maar ook tussen arrondissementen onderling, kunnen worden verklaard aan de hand van de verschillen qua diagnostische en therapeutische aanpak.


La variation observée au niveau des soins post-aigus des patients gravement brûlés aussi bien à l’intérieur et entre les centres de traitement des grands brûlés est substantielle (voir rapport scientifique 3.2 ; 4.3.2.4. ; 4.3.5.).

Er werd een grote variabiliteit vastgesteld in de post-acute zorg voor patiënten met ernstige brandwonden binnen en tussen de brandwondencentra (zie wetenschappelijk rapport 3.2; 4.3.2.4.; 4.3.5.).


w