Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Alcaline
Anomalies des taux d'enzymes sériques
Anomalies des taux de amylase
Compter les mouvements fœtaux
Lipase
Mouvements fœtaux réduits
Phosphatase acide
Taux de TSH élevé
Taux de cholestérol sérique augmenté
Taux de testostérone diminué
Triacylglycerol lipase
élévation du taux de créatine-kinase

Traduction de «obtenu un taux » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous






Augmentation des taux de transaminase et d'acide lactique déshydrogénase

verhoging van transaminase- en lactaat-dehydrogenasespiegel [LDH-spiegel]








kit de simulation de plusieurs paramètres physiologiques fœtaux/maternels

simulatieset voor meerdere foetale en maternale fysiologische parameters




Anomalies des taux de:amylase | lipase [triacylglycerol lipase] | phosphatase:acide | alcaline

afwijkende spiegel van | alkalische fosfatase | afwijkende spiegel van | amylase | afwijkende spiegel van | lipase [triacylglycerol-lipase] | afwijkende spiegel van | zure fosfatase
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Dans le groupe de traitement T12/PR24 les rechuteurs à un précédent traitement qui avaient un taux d’ARN du VHC indétectable (cible non détectée) aux semaines 4 et 12 ont obtenu un taux de RVS de 100% (24/24).

Van degenen met een recidief na een eerdere behandeling in de T12/PR24 behandelgroep die ondetecteerbaar HCV-RNA (doel niet gedetecteerd) hadden in week 4 en 12 van de behandeling, had 100% SVR (24/24).


Données poolées ENABLE 1 a ENABLE 2 b Patients ayant obtenu un taux plaquettaire cible & ayant initié un

Totaal aantal patiënten dat startte met de antivirale behandelingsfase


Les sujets qui étaient répondeurs à l’interféron à la 4 ème semaine de traitement par Victrelis en association avec le peginterféron alfa-2b et la ribavirine ont obtenu des taux de RVP de 79 à 81 %, par rapport à 51 % chez les sujets traités par le traitement de référence.

Bij proefpersonen die in behandelingsweek 4 respons op interferon vertoonden, leidde behandeling met de combinatie van Victrelis met peginterferon alfa-2b en ribavirine tot een SVR van 79-81 %, tegen 51 % bij proefpersonen die de standaardzorg kregen.


Les patients qui ont obtenu un taux d’ARN du VHC indétectable après 20 semaines de traitement ont poursuivi le traitement par peginterféron alfa-2a en association avec Copegus pour une durée totale de traitement de 48 semaines et ont ensuite été suivis 24 semaines après la fin du traitement.

Patiënten die een niet aantoonbaar niveau van HCV RNA bereikten na 20 weken behandeling, bleven op de peginterferon alfa-2a plus Copegus combinatietherapie gedurende in totaal 48 weken en werden na het einde van de behandeling gedurende 24 weken gevolgd.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
a Plus exémestane b Taux de réponse objective = proportion de patientes avec une réponse complète ou partielle c Taux de bénéfice clinique = proportion de patientes avec une réponse complète ou partielle ou une stabilisation de la maladie ≥ 24 semaines d Sans objet e La valeur de p est obtenue à partir du test exact de Cochran-Mantel-Haenszel en utilisant une version stratifiée du test de permutation de Cochran-Armitage.

a Plus exemestaan b Mate van objectieve respons = deel van de patiënten met een volledige of gedeeltelijke respons c Mate van klinisch voordeel = deel van de patiënten met een volledige of gedeeltelijke respons of stabiele ziekte ≥24 weken d Niet van toepassing e p-waarde wordt verkregen uit de exacte Cochran-Mantel-Haenszel test met een gestratificeerde versie van de Cochran-Armitage permutatietest.


Les sujets ayant obtenu une réponse moléculaire précoce présentaient un risque inférieur de transformation, un taux plus élevé de survie sans progression (SSP) et un taux plus élevé de survie globale (SG), comme présenté dans le Tableau.

Patiënten die vroeg moleculaire respons bereikten, hadden een lager risico op transformatie, een hogere frequentie van progressievrije overleving (PFS) en een hogere frequentie van algehele overleving (OS), zoals te zien is in tabel.


Dans une analyse post hoc d’une étude clinique de Revlimid dans les syndromes myélodysplasiques, le taux estimé à 2 ans de progression en LAM était de 27,5 % chez les patients IHC-p53 positif et de 3,6 % chez les patients IHC-p53 négatif (p = 0,0038). Chez les patients IHC-p53 positif , un taux plus faible de progression en LAM a été observé chez ceux qui avaient obtenu une réponse d’indépendance transfusionnelle (IT) (11,1 %) que chez les non-répondeurs (34,8 %).

In een post-hoc analyse van een klinisch onderzoek met Revlimid bij myelodysplastische syndromen, bedroeg het geschatte 2-jaarspercentage van progressie tot AML 27,5% bij patiënten met IHC-p53- positiviteit en 3,6% bij patiënten met IHC-p53-negativiteit (p=0,0038). Bij de patiënten met IHC-p53- positiviteit werd een lager percentage van progressie tot AML waargenomen bij patiënten die een transfusie-onafhankelijke (TI) respons bereikte (11,1%) in vergelijking met een non-responder (34,8%).


Dans les études RAISE et TRA100773B, dans le sous-groupe de patients présentant un PTI avec un taux initial de plaquettes ≤ 15 000/μl, le taux plaquettaire médian n’a pas atteint le niveau cible (> 50 000/μl), alors que dans les deux études, une réponse a été obtenue chez 43 % de ces patients traités par eltrombopag, après 6 semaines de traitement.

Bij de RAISE- en de TRA100773B-studies werd in de subgroep van ITP-patiënten met een aantal bloedplaatjes op baseline van ≤ 15.000/µl de streefwaarde (> 50.000/µl) voor het gemiddelde aantal bloedplaatjes niet gehaald, hoewel bij beide studies 43% van de met eltrombopag behandelde patiënten na de 6 maanden behandeling een respons vertoonde.


Le taux de RCyC sur 24 mois (incluant les patients répondeurs ayant obtenu une RCyC à 24 mois ou avant) a été statistiquement plus élevé dans les deux bras nilotinib à 300 mg et 400 mg deux fois par jour que dans le bras imatinib à 400 mg une fois par jour.

Het percentage CCyR op 24 maanden (inclusief patiënten die CCyR bereikten op of voor het tijdstip van 24 maanden als responders) was statistisch hoger voor zowel de groep op nilotinib 300 mg tweemaal daags als de groep op 400 mg tweemaal daags vergeleken met de groep op imatinib 400 mg eenmaal daags.


Les taux de RMM à différents temps (incluant les patients répondeurs ayant obtenu une RMM à ces temps ou avant comme répondeurs) sont présentés en incidence cumulée de RMM (voir figure 1).

MMR-percentages op verschillende tijdstippen (inclusief patiënten die een MMR bereikten op of voor deze tijdstippen als responders) zijn weergegeven in de cumulatieve incidentie van MMR (zie Figuur 1).




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

obtenu un taux ->

Date index: 2021-07-12
w