Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "ont été rapportés chez des patients recevant un traitement antirétroviral " (Frans → Nederlands) :

Patients co-infectés par le VIH et le VHB recevant simultanément un traitement antirétroviral: l’entecavir a été étudié chez 68 patients co-infectés VIH/VHB recevant un traitement antirétroviral HAART contenant de la lamivudine (voir rubrique 5.1).

Patiënten met gelijktijdige infectie met hiv/HBV die antiretrovirale therapie krijgen: entecavir is onderzocht bij 68 volwassenen met hiv/HBV co-infectie die HAART-behandeling inclusief lamivudine kregen (zie rubriek 5.1).


Des cas d'acidose lactique, parfois fatale, habituellement associée à une hépatomégalie sévère et à une stéatose hépatique, ont été rapportés chez < 1% des patients recevant un traitement antirétroviral comportant de la stavudine (voir rubrique 4.4).

analyse gedaan te worden en alternatieve antiretrovirale behandeling dient zorgvuldig overwogen te worden (zie rubriek 4.4 en hieronder).


Diabète sucré /Hyperglycémie Des cas d’apparition de diabète sucré, d'hyperglycémie ou d'aggravation d'un diabète sucré préexistant ont été rapportés chez des patients recevant un traitement antirétroviral incluant des inhibiteurs de protéase.

Diabetes mellitus/hyperglykemie De novo diabetes mellitus, hyperglykemie, of verergering van bestaande diabetes mellitus is gerapporteerd bij patiënten die antiretrovirale therapie kregen, waaronder proteaseremmers.


Diabète sucré/hyperglycémie Des cas de survenue de diabète sucré, d'hyperglycémie ou d’aggravation d’un diabète sucré pré-existant ont été rapportés chez des patients recevant un traitement antirétroviral incluant des inhibiteurs de protéase.

Diabetes mellitus/hyperglykemie ‘New onset’ diabetes mellitus, hyperglykemie, of verergering van bestaande diabetes mellitus zijn gemeld bij patiënten op antiretrovirale therapie, inclusief PI’s.


Changement depuis un traitement antirétroviral à base d’IP Les données actuellement disponibles montrent que, chez les patients recevant un traitement antirétroviral à base d’IP, le changement de traitement pour Atripla pourrait entraîner une diminution de la réponse thérapeutique (voir rubrique 5.1).

Overstappen van een op een proteaseremmer gebaseerde antiretrovirale behandeling De momenteel beschikbare gegevens laten een trend zien dat bij patiënten met een op een proteaseremmer gebaseerde antiretrovirale behandeling het overstappen op Atripla kan leiden tot een afname van de respons op de therapie (zie rubriek 5.1).


Certaines données suggèrent que des patients co-infectés par le VIH et le VHC recevant un traitement antirétroviral contenant de l’abacavir peuvent présenter un risque de diminution de la réponse au traitement par interféron pégylé/ribavirine.

Uit sommige gegevens zou de conclusie kunnen worden getrokken dat patiënten die gecoïnfecteerd zijn met HIV/HCV en die een antiretrovirale therapie ontvangen waarin zich abacavir bevindt, risico lopen op een lagere respons op de therapie met gepegyleerd interferon/ribavirine.


Cette mutation apparaît aussi bien in vitro que chez les patients infectés par le VIH-1 et recevant un traitement antirétroviral contenant de la lamivudine.

Deze variant komt voor zowel in vitro als bij hiv-1-geïnfecteerde patiënten die behandeld zijn met een lamivudine-bevattende antiretrovirale therapie.


Les taux d’arrêt du traitement en raison d’une thrombopénie ont été de 0,7 % chez les patients recevant Jakavi et 0,9 % des patients recevant les traitements comparateurs.

Staking van de behandeling wegens trombocytopenie kwam voor bij 0,7% van de patiënten die Jakavi kregen en bij 0,9% van de patiënten die controletherapieën kregen.


Chez les patients présentant un syndrome de Lennox-Gastaut, les taux d’arrêt du traitement dus à des effets indésirables ont été de 8,2 % chez les patients recevant le rufinamide et de 0 % chez les patients recevant le placebo.

Het percentage bij het syndroom van Lennox-Gastaut dat stopte als gevolg van bijwerkingen was 8,2% voor patiënten die rufinamide ontvingen en 0% voor patiënten die placebo ontvingen.


Événements thrombo-emboliques Des événements thrombo-emboliques veineux (ETV) ont été rapportés chez 3,3 % des patients recevant Pom + Dex-DF et 2,0 % des patients recevant Dex-DE.

Trombo-embolische voorvallen Veneuze embolische of trombo-embolische voorvallen (VTE) traden op bij 3,3% van de patiënten die werden behandeld met Pom + LD-Dex en bij 2,0% van de patiënten die werden behandeld met HD- Dex.


w