Symptômes de sevrage observés lorsqu’on arrête le traitement par paroxétine Fréquent : vertiges, troubles des sens, troubles du sommeil, anxiété et maux de tête. Peu fréquent : agitation, nausées, sueurs, tremblements, confusion, instabilité émotionnelle, troubles de la vision, palpitations, diarrhée et irritabilité.
Bij het stoppen van de behandeling zijn de volgende ontwenningsverschijnselen gemeld: Vaak: duizeligheid, zintuiglijke stoornissen, slaapstoornissen, angst en hoofdpijn Soms: opwinding, misselijkheid, zweten, trillingen, verwardheid, emotioneel labiel zijn, moeilijkheden bij het zien, hartkloppingen, diarree en geïrriteerdheid.